Rauwe improvisatie van een meestergitarist
Omar Rodriguez (1975) is wellicht de meest vernieuwende en originele gitarist van de hedendaagse rockmuziek. Tien jaar geleden voorzag hij de eerste punknummers van At the Drive-in al van complexe, tegendraadse gitaarmelodieën. De afgelopen jaren heeft hij zich uitgeleefd als het brein achter The Mars Volta, die door zijn toedoen (hij componeert immers alle muziek) de meest baanbrekende rockmuziek van deze dagen maakt.
Improvisaties
Deze cd laat waarschijnlijk zien wat er gebeurt als Rodriguez de astronomische opnamebudgetten van een Mars Volta-plaat niet tot zijn beschikking heeft, en als hij zich niet concentreert op structuur en toegankelijkheid. Wie The Mars Volta wel eens op een podium gezien heeft gezien kan zich daar misschien iets bij voorstellen: deze muziek heeft meer te maken met de befaamde, ellenlange improvisaties die de band live op het publiek loslaat.
Het album biedt in 45 minuten een aardig staaltje jazz-achtige composities en mysterieuze geluidscollages. Sommige van de vijf tracks nemen een eenvoudige, tegendraadse gitaar- of saxofoonpartij als uitgangspunt voor improvisatie en experimenten met toetsen en saxofoon. Andere hebben een lossere jazzstructuur, waar lustig overheen gesoleerd wordt. Wéér andere spelen met samples en onsamenhangende geluiden. Wie Miles Davis’ Bitches Brew heeft gehoord, weet natuurlijk dat dit al eens eerder gedaan is (en met aanzienlijk meer succes) maar Rodriguez heeft met zijn bijzondere gitaarspel genoeg eigen visie om allesbehalve een modderfiguur te slaan. Zijn snerpende elektrische gitaar (met allerlei vervormingen) voert de boventoon, terwijl de uitstekende muzikanten (let op Omars broer op drums!) en over het algemeen sterk samenspelen. Slechts hier en daar soleren ze langs elkaar heen, maar altijd druipt het spelplezier van de improvisaties af.
Kakofonisch
Waar Rodriguez’ debuut A Manual Dexterity: Soundtrack vol. 1 een bizar samenraapsel was van allerlei experimenten en stijlen, is dit jazzalbum een (relatief) meer samenhangend project. Toegankelijker is het daarmee niet: ook deze keer werd het een erg ongeordend geheel, een losse collectie van dan weer kakofonische, dan weer fluïde muziek. Jacob van Lennepkade bijvoorbeeld laat beide kanten zien: het begint als een ongecontroleerde bak herrie maar ontwikkelt gaandeweg allerlei patronen en climaxen. Afsluiter Spookrijden op het fietspad is het meest toegankelijk en sluit aan bij het werk van Rodriguez’ band: een onmogelijk ritme, een fröbelende basgitaar en een terugkerende melodie als basis voor virtuoos gefreak.
Dan houdt het album plotseling op en wordt wel duidelijk dat het hier om een willekeurige selectie nummers gaat. De amateuristische opnametechniek wordt ook nergens verhuld: slecht klinkt het niet, maar wie het geperfectioneerde geluid van The Mars Volta kent, moet even wennen aan deze rauwe registratie. Een echt geslaagd album kun je het daarom misschien niet noemen, maar een zeer interessant kijkje in de wereld van een baanbrekende componist is het om dezelfde redenen zonder meer.