Muse: grootser dan Ziggo Dome
Denken we aan Muse, dan denken we aan een theatrale, bombastische rockband. Een liveband, zoals een liveband hoort te zijn. Met grootse shows, uitverkochte zalen en sfeer alom. Maar bovenal denken we aan de loepzuivere falsetstem van zanger Matthew Bellamy. En zoals hierboven beschreven, was precies wat afgelopen maandag plaatsvond in de Ziggo Dome. Dit was misschien wel hét stadionconcert van 2012.
In een uitverkocht Ziggo Dome was het aan Andy Burrows om de zaal op te warmen. De sympathieke Brit klinkt misschien onbekend, maar hij is het podium zeker niet vreemd. Als drummer van Razorlight schreef hij hun grote hit ‘America’, en toerde meerdere malen de wereld rond. Hij zette afgelopen maandag een concert neer dat goed op zijn plaats was geweest in een kleinere zaal, maar toch ook deze enorme concert goed aankon. Hoogtepunten? Zijn bekendere nummers ‘Keep On Moving On’ en ‘Hometown’.
Muse trapt af met ‘The 2nd Law: Unsustainable’. Het nummer met de veel besproken dubstep drop, dat eerder dit jaar verscheen onder de trailer van het laatste album van de rockers: The 2nd Law. De zaal smult. En de zaal zal blijven smullen. Een prettige mix nieuwe nummers als ‘Supremacy’ en oude bekenden als ‘Hysteria’ volgt, welafgewogen speelt de band recent en bekend werk door elkaar.
De aandacht van het publiek lijkt geen moment te verslappen. Zelfs niet tijdens ‘Liquid State’, een van de nummers op The 2nd Law die geschreven en ingezongen zijn door bassist Chris Wolstenholme. Door menig recensent omschreven als een van de mindere nummers op het album, komt zijn compositie verrassend goed uit de verf als Wolstenholme middenvoor het podium zijn moment pakt.
Het is voor de diehard fans –en die zijn er genoeg– twee uur lang meezingen. Het is tijdens de grootste hits van de band als ‘Time is Running Out’ en ‘Plug in Baby’ voor Matthew Bellamy niet nodig zelf te zingen. De complete zaal, van de eerste rij voor het podium tot ver achterin de tweede ring, schalt van a tot z met volle overgave mee. In één woord: kippenvel.
Het is niet alleen de muziek die het ‘m flikt. Het visuele spektakel dat Muse heeft meegebracht is ook zeker debet aan het succes van de avond. Tijdens ‘Panic Station’ zakt er een omgekeerde piramide van led-schermen in een punt naar beneden, overwoekerd door videogeweld. Halverwege de show veranderd het podium dankzij alle schermen in een enorm rouletteveld, waar het balletje bepaalt of het volgende nummer ‘New Born’ gaat zijn of ‘Stockholm Syndrome’.
Het wordt ‘New Born’, tot groot plezier van de bezoekers. Vlak na het nummer draait de enorme piramide zich binnenstebuiten, om uiteindelijk over de gehele band heen te zakken en deze volledig aan het zicht te onttrekken. Wat overblijft is een leeg podium, met erop een enorme piramide van televisieschermen. Na korte tijd trekt de band weer ten tonele en gaat ze er weer vol in met ‘Uprising’.
Om toegiften wordt tegenwoordig blijkbaar niet meer geroepen. In plaats van het traditionele ‘we want more’, ‘nog een liedje’ of –iets meer boers– ‘spelen!’, branden nu duizenden lampjes van smarthphones als een soort aanstekers 2.0. Tot de band nog een laatste maal de bühne opkomt, om de lampjes met alle rockgeweld tevreden te doen doven. Muse, het was fantastisch.