Meer verstand, minder hart
Na Zitilites bleef het een paar jaar stil rond de Deense band Kashmir. Het album bleek (in ieder geval in thuisland) zo populair, dat de Denen niet tegen het succes opgewassen leken. Dat de mannen van Kashmir niet van hun supersterrenstatus genoten blijkt wel uit de documentaire Rocket Brothers, waarin de intens zelfbewuste frontman Kasper Eistrup als een jonge Eddie Vedder vaak hulpeloze monologen over kunst en commercie mompelt.
Een paar jaar rust blijkt de band goed gedaan te hebben: Kashmir heeft zich met No Balance Palace nagenoeg opnieuw uitgevonden. Zwolg het vorige album nog in schitterende melancholie met machtige climaxen en intense liefdesliedjes, op dit album vind je geen zelfmedelijden, geen uitgesponnen pianopartijen, geen tragische teksten, geen meezingers. Het enige nummer dat direct terugslaat op de Kashmir van het doorbraakalbum The Good Life is de radiosingle The Curse of Being a Girl: een perfect popnummer met een magnifieke zangmelodie als middelpunt. In zulke zanglijnen hoor je de oude Kashmir: Eistrup durft van zijn stem de drijvende kracht van een nummer te maken. Het meeslepende Ophelia heeft ook nog wel wat van de zeggingskracht van Zitilites, maar op de rest van het album neemt hij wat gas terug en laat hij de (gitaar)arrangementen meer spreken.
De misser Lou Reed
Foto: Søren Solkær Starbird |
Op de meeste andere nummers is de muziek ook meer ingetogen, meer compact en uitgebalanceerd, en met veel minder emotionele dynamiek. Het is daarom even wennen om een opener zonder climax te horen, en zelfbewuste sfeerschetsen als het lichtjes voortkabbelende Ether en het duister stuwende Snowman. Na een paar keer luisteren blijven de nummers hangen, en besef je ineens hoe geraffineerd ze gecomponeerd zijn. Jewel Drop bijvoorbeeld, een op het eerste gehoor oppervlakkige gitaarcompositie, die bij veel luisteren almaar sterker wordt. Sommige nummers ontbreekt het helaas aan zeggingskracht: She’s Made of Chalk lijkt storend veel op een lusteloze versie van een willekeurige Neil Young-song. Een andere misser is de pretentieuze zet Lou Reed een gedicht op te laten lezen in Black Building. Dan zijn de zanglijnen van een nauwelijks herkenbare David Bowie op The Cynic geslaagder.
Op een hele andere manier
De derde grote naam die meewerkte aan het album is producent Tony Visconti, die No Balance Palace een vlekkeloos, gedecideerd geluid meegaf. Het album lijkt veel strakker samengesteld dan Zitilites. De arrangementen zijn sober en kaal, maar na een paar keer luisteren merk je dat er alles aan is gedaan om de dynamiek met zo weinig mogelijk middelen te laten spreken. No Balance Palace is eerder met het verstand dan met het hart gemaakt, en op een hele andere manier toch even overtuigend als de vorige twee albums.