Muziek / Album

Prachtigs uit South Carolina

recensie: Iron and Wine – The Shepherd's Dog

.

~

Ondanks dat verschil in aanpak is er op de keper beschouwd ook weer niet zo heel veel veranderd in de wereld van de sympathieke Beam; zijn nieuwe plaat mag dan iets minder ingetogen zijn dan eerder werk, nog steeds ligt de muziek in het verlengde van die van singer-songwriters als Nick Drake, Elliott Smith, Sufjan Stevens, Kurt Wagner (Lambchop) en Will Oldham (aka Bonny ‘Prince’ Billy) en een band als Kings of Convenience. De intieme (f)luisterliedjes die Beam ten gehore brengt zijn een mix van americana en folk, waarbij hij zichzelf begeleidt op akoestische gitaar. Live krijgt hij af en toe gezelschap van een getalenteerd familielid, zijn zingende zus Sarah. De samenzang van die twee is zo perfect dat je er spontaan een brok van in je keel krijgt. Tekstueel is The Shepherd’s Dog overigens net iets gelaagder dan zijn vorige twee platen.

Eigen plan

Net als zijn goede vrienden van Calexico, waarmee Beam in 2005 de wonderschone EP In the Reins maakt, en net als bevriend Giant Sand-voorman Howe Gelb, moet Beam niks hebben van de waan van de dag. Het zal hem een zorg zijn wat ‘hip’ en ‘in’ is en welk imago Iron and Wine krijgt aangemeten, met zulke futiele zaken wenst hij zich niet bezig te houden. Daar heb je als muzikant toch geen invloed op. Beam trekt al jaren zijn eigen plan, en blijft daarin dicht bij zichzelf. Voor The Shepherd’s Dog heeft hij zich laten inspireren door het album Swordfishtrombones van collega singer-songwriter Tom Waits. Dat is een klein beetje terug te horen in de vocalen van House by the Sea. Ook de politieke situatie in Amerika zou invloed hebben gehad op het album (met name de herverkiezing van Bush). Dat hoor ik er dan weer niet in terug. Dit soort promopraat heeft een muzikant als Beam ook helemaal niet nodig.

Dat bevriende Calexico-leden Joey Burns en steelgitarist Paul Niehuis (in de jaren negentig ook lid van de uit Nashville afkomstige countryband Lambchop) maar wat graag mee willen doen op de nieuwe plaat van Iron and Wine zegt veel meer. Gelijk hebben ze; van de opzwepende, folky opener Pagan Angel and a Borrowed car, tot de aanstekelijke pop van White Tooth Man – het nummer dat sterk doet denken aan het werk van de Nederlandse singer-songwriter Fuck The Writer – tot het lome, psychedelische Peace beneath the City tot de ingetogen afsluiter Flightless Bird, American Mouth; er zit geen misser bij. Een erg fijn album!