Verbijsterende Turandot van Nationale Reisopera
Opera is geen dode kunstvorm. Noch zijn ‘klassiekers’ museumstukken waaraan niets veranderd mag worden. De afgelopen jaren waren in ons land een Aïda te zien waarin Amerikaanse soldaten Egyptische kunstschatten vernielen, een Fidelio die onderbroken wordt door binnenstormende blauwhelmen en een Mefistofele met een koor van Duitse voetbalhooligans. De gemiddelde operabezoeker is er niet altijd even blij mee, maar zelfs wanneer Osama bin Laden en Saddam Hoessein in Sjostakovitsj’ De neus opeens de hoofdrollen opeisen, zoals in Berlijn gebeurde, is niemand echt geshockeerd.
Dat regisseur Charles Edwards Puccinis laatste opera Turandot niet in een mythisch en exotisch China laat afspelen, zoals de componist en diens librettisten voor ogen stond, mag dan ook niet verwonderlijk of origineel genoemd worden. Edwards’ invulling is dat echter wél.
Waar ging het ook alweer over?
De mooie Chinese prinses Turandot wil alleen trouwen met een prins die drie raadsels kan oplossen. Wie faalt, wordt zonder pardon onthoofd. Het laatste slachtoffer is de prins van Perzië. In de massa die op zijn executie wacht, bevinden zich de onttroonde koning Timur, zijn zoon Calaf en de slavin Liù, die heimelijk verliefd is op Calaf. Zodra Calaf Turandot ziet, heeft hij nog maar één doel: haar veroveren. Ondanks smeekbeden van zijn vader en Liù gaat hij de uitdaging aan, en geeft tot afschuw van Turandot de goede antwoorden op haar vragen. Op zijn beurt geeft Calaf Turandot een raadsel op: als zij voor het aanbreken van de morgen zijn naam weet, is zij vrij en is hij bereid te sterven.Turandot beveelt daarop het hele volk op zoek te gaan naar van de naam van de onbekende prins, niemand mag gaan slapen. De ministers Ping, Pong en Pang proberen Calaf tevergeefs te verleiden met andere vrouwen en rijkdommen. Op bevel van Turandot martelen zij daarop Liù, maar zij pleegt zelfmoord voordat zij zijn naam bekend heeft kunnen maken. Pas nadat Calaf Turandot gekust heeft, geeft de ijsprinses zich gewonnen. Hij vertelt haar zijn naam waarop Turandot hem tot haar echtgenoot uitroept. Het volk zingt het paar toe. Een gelukkig einde…
En waar gaat het nu over?
Nou, niet over China. Edwards verplaatst de handeling naar 1926, het jaar waarin Turandot voor het eerst opgevoerd werd, twee jaar na de dood van Puccini. Het fascisme, waar Puccini niet bepaald negatief tegenover stond, is in opkomst. Het decor is een vervallen theater waar de eerste opvoering van Turandot gepland is. Onder een portret van Mussolini verrichten de ministers Ping, Pong en Pang hun martelwerkzaamheden. Zij handelen uiteraard niet alleen uit vrije wil, de opdracht komt van de dochter van de keizer, terwijl ook het volk een dubieuze rol speelt; zij willen de prins wel sparen, maar willen ook wel heel graag bloed zien. En de keizer zelf? Ach, die is weggelopen uit de audities voor The Godfather en heeft vooral behoefte aan een flinke borrel.
Gezopen wordt er sowieso in deze voorstelling. Zo slaat de onbekende prins, vlak voordat hij de über-aria Nessun dorma (‘Laat niemand slapen’) inzet, de nodige flessen achterover. In de daaropvolgende scène, waarin de ministers hem met een groep vrouwen proberen te verleiden, zien we waartoe dat leidt. Madama Butterfly, Tosca, Mimi, Suor Angelica, ja, alle vrouwelijke hoofdpersonages uit eerdere opera’s van Puccini betreden het toneel. Het blijkt de sleutelscène van deze opera.
Wil de ware onbekende prins nu opstaan?
Opeens valt het kwartje: in deze productie is prinses Turandot geen persoon, maar de onvoltooide opera Turandot. In het eerste bedrijf zien we de onbekende prins dan ook niet verliefd kijken naar een afbeelding van de prinses, maar naar een affiche voor de opera. En wanneer Ping, Pang en Pong hem vertellen dat Turandot niet bestaat, moeten we dat hier letterlijk nemen. Het is niet Turandot die hem achtervolgt, maar de geest van overleden componist.
Puccini (1858-1924) werkte lang aan Turandot. Maar voordat hij de opera kon voltooien, werd zijn jetsetlevensstijl met snelle auto’s, sterke drank en vooral veel sigaretten hem fataal: in 1924 overleed hij aan een agressieve vorm van keelkanker. De eerste helft van het derde bedrijf kon hij nog afmaken, van het slot restten slechts schetsen. Op aanbeveling van de beroemde dirigent Toscanini werd Franco Alfano gevraagd de opera te voltooien. Toscanini was echter niet tevreden met diens werk, en schrapte meer dan honderd maten uit diens partituur. Over een dolk in de rug gesproken… Vergeet daarom de slavin Liù – hier overigens hartverscheurend mooi neergezet door Machteld Baumans – vergeet de kille prinses, vergeet Calaf. De tragische held van deze productie is Alfano.Want niet alleen Toscanini, maar ook de critici oordeelden hard over de slotscène van Alfano. Zou Puccini echt zoveel thema’s uit het tweede bedrijf hebben willen laten terugkeren aan het slot? Wilde Puccini het liefdesduet echt laten klinken als Wagners Liebestod? Moest dat slotkoor zo bombastisch?
Eindelijk gerechtigheid voor Alfano?
Vragen waarop geen antwoord meer te krijgen is, maar het getuigt van een originele visie dat Edwards deze vragen als uitgangspunt voor zijn interpretatie neemt. Bij hem geen happy end; bij hem plegen de onbekende prins en Turandot aan het eind van de opera zelfmoord, terwijl het koor hen Puccinis bekendste melodie toezingt, nee, toebijt. Alsof het volk duidelijk wil maken dat hoe goed Alfano zijn werk ook gedaan heeft, hij toch nooit aan Puccini kan tippen.
Niet alleen Edwards plaatst Alfano in het centrum van het drama, de Nationale Reisopera herstelt ook de geschrapte honderd maten in ere: voor het eerst zijn deze weer in volle glorie te horen. Dirigent Ed Spanjaard weet daarbij het Orkest van het Oosten tot ongekende hoogten op te stuwen. Alles klopt en alles heeft een voor een zo doodgespeeld stuk een zeldzame frisheid. Ook het koor van de reisopera klinkt uiterst gedisciplineerd, ja, bijna angstaanjagend strak.
IJzeren repertoire
Natuurlijk is niet alles even goed. Zo is de geest van de vermoordde prins van Perzië wat al te nadrukkelijk aanwezig, hebben de verwijzingen naar het opkomend fascisme eigenlijk geen echte functie en heeft Lisa Livingston (Turandot) wel erg veel vibrato in haar stem. Wat deze voorstelling echter zo bijzonder maakt, is de wijze waarop een stuk uit het zogenaamde ijzeren repertoire in een nieuw jasje gestoken wordt. Staatssecretaris Medy van der Laan, aanwezig bij de première, zal het wel weer niet gezien hebben, maar op basis van kwaliteitsproducties als deze verdient de Nationale Reisopera niet de gewenste extra procenten, maar verdubbeling van het budget.