Een onevenwichtig karakter

Op zijn debuut Infiniheart liet Chad VanGaalen in 2005 reeds horen een begenadigd songschrijver te zijn en hij scoorde met Clinically Dead zelfs een bescheiden hit. Bovendien speelde de muzikant het afgelopen jaar samen met namen als Built to Spill, Wolf Parade en The Pixies. Zijn biografie leert ons dat VanGaalen het afgelopen jaar in zijn thuisstudie ook nog de tijd vond om honderden nummers te schrijven.
Lo-fi
~
Een sterk middenstuk
Het midden van de plaat maakt de meeste indruk. Het aparte stemgebruik in Rolling Thunder en de scheurende mondharmonica in Dead Ends zijn de extra dimensies die dit materiaal boven de middelmaat doen uitstijgen. Met de kitscherige doch sfeervol toegepaste elektronica in Red Hot Drops laat VanGaalen zien dat hij zijn nummers tevens op deze manier in weet te vullen. Met Wind Driving Dogs laat hij zijn blues kant zien en verruilt hij het koude Canada even voor het woeste mid-westen van de Verenigde Staten.
Meer kwaliteitscontrole
Het toevoegen van korte niemendalletjes als Systematic Hearts en Dandruff of de ronkende rock in Flower Gardens is voor mij een raadsel, als uit honderden nummers gekozen kan worden. Het zal vast en zeker een of andere conceptuele reden hebben, al zorgen deze toevoegingen er wel voor dat de plaat een onevenwichtig karakter krijgt. Het is prijzenswaardig dat Chad VanGaalen binnen een jaar alweer een volledige plaat weet uit
te brengen, al is niet al het geselecteerde materiaal even sterk. Door meer kwaliteitscontrole en met meer tijd zou zijn volgende album wel eens verrassend sterk kunnen zijn. Met Skelliconnection weet hij zich maar ten dele te onderscheiden van het grote aanbod van eigentijdse singer-songwriters.