The Boss is back
.
Bruce Springsteen wordt op zijn oude dag zowaar productief. De inmiddels 58-jarige veteraan komt, terwijl er in het verleden makkelijk drie jaar op een nieuw album gewacht moest worden, alweer met het derde studioalbum in evenzoveel jaar. Voor Magic heeft hij ook de E Street Band maar weer eens opgetrommeld om en passant even te laten zien dat hij nog steeds ongenadig kan rocken.
Ok, laten we maar meteen in huis vallen met het enige minpunt van deze cd, je kunt het tenslotte maar beter gehad hebben. Even door de zure appel heen bijten voordat het zoet gesmaakt kan worden: helaas wordt een aantal nummers ontsierd door een rare fade out tegen het einde van het nummer. Op die manier wordt aan de climax van liedjes een aantal keer geen recht gedaan, en wekt Springsteen bovendien de schijn dat hij her en der geen passend einde wist te vinden voor zijn composities. Daarom, en alleen daarom, is dit geen perfect album.
Oude tijden herleven
Meer dan op The Rising, de vorige plaat die hij met zijn trouwe begeleidingsband maakte, ademt het nieuwe album de sfeer van de muziek die Springsteen in de jaren ’70 maakte. Zoals in het piano-intro van I’ll Work for Your Love heeft de man uit New Jersey al bijna dertig jaar niet meer geklonken. Het ronkende orgel en het prominent aanwezige glockenspiel doen de rest. Een prachtig nummer als Last to Die staat symbool voor alles wat Springsteens eenvoudige, maar buitengewoon doeltreffende rock altijd de middelmaat heeft doen ontstijgen: heroïek en passie gekoppeld aan een ongeremde gedrevenheid en speelplezier.
Contrast
De krachtige, gloedvol door Brendan O’Brien geproduceerde muziek vormt echter een schril contrast met de kille realiteit van de teksten. Nergens is dit contrast beter voelbaar dan tijdens het al genoemde upbeat-nummer Last to Die. Daarin klinkt het: “We’re just counting the miles, you and me. We don’t measure the blood we’ve drawn anymore. We just stack the bodies outside the door.” De regels verwijzen onverbloemd naar de oorlog in Irak, waaraan zijn solo-album Devils & Dust ook al grotendeels gewijd was. En deze zinnen zijn zeker geen uitzondering: tekstueel is Magic op momenten doordrenkt van een voor Springsteen ongekende bitterheid. Darkness on the Edge of Town was ook niet echt een vrolijk album, maar op Magic gaat teleurstelling een huwelijk aan met boosheid. Boosheid over de stand van zaken in de Verenigde Staten anno 2007.
Onder je huid
Springsteen is altijd op zijn best geweest tijdens optredens. Daarin kent hij in de hedendaagse popmuziek nauwelijks zijn gelijke. Elk concert geeft hij zich helemaal en schakelt hij moeiteloos over van stampende krakers als Born to Run en Dancing in the Dark naar verstilde nummers als Into the Fire of een soloversie van Thunder Road. Dan is dit ook het beste compliment denkbaar voor dit album: Magic vangt de essentie van een Springsteen-concert. Passioneel en urgent, opzwepend en indringend, Springsteen zit altijd op je huid en kruipt er heel regelmatig onder. Magic is een prachtplaat en bovendien één van de krachtigste die hij ooit gemaakt heeft: the Boss is back, and here to stay.