Gedoe met geluid mag de pret niet drukken
Atmosphere staat al jaren voor kwaliteit, en dankzij zowel Southsiders als dit optreden in de Melkweg is dat dit jaar niet anders. Het duo presenteert een smakelijke cocktail van afwisselende nummers, en weet ondanks geluidsproblemen moeiteloos te overtuigen.
Het is nog niet eens acht uur en de zaal is nog gesloten, maar voor de Melkweg staat al een lange rij. Een man van begin veertig, met een pet op en een enigszins gehavend gezicht, baant zich een weg door de mensen. Iedereen krijgt persoonlijk een hand en een bedankje voor zijn of haar aanwezigheid. De man is Slug, de rappende helft van Atmosphere — het hiphopduo uit Minneapolis dat al zo’n vijftien jaar een van de beste dingen is die het genre te bieden heeft. Ook de dit jaar uitgebrachte plaat, Southsiders, werd goed ontvangen. Er zijn dan ook heel wat hiphopliefhebbers uitgelopen om het tweetal live aan het werk te zien.
IJzeren longen
Normaal gesproken worden dit soort hiphopconcerten in de Oude Zaal gehouden, maar ditmaal is de animo zelfs zo groot dat de ruimere zaal The Max opengesteld wordt. Geen gekke keuze, want de ruimte is opvallend goed gevuld.
Het is de taak van de onbekende rapper B. Dolan om al deze mensen op te warmen. En verrek: hij blijkt een gevalletje ijzeren longen te zijn die met zijn indrukwekkende rapkunsten, opzwepende beats en charismatische uitstraling zonder moeite het publiek verovert. Onder meer een uitstekend in elkaar stekende a capella over de overleden rapper Ol’ Dirty Bastard, en een niet geheel serieuze dance battle met iemand uit het publiek (die overigens indrukwekkende moves laat zien) zorgen ervoor dat zijn optreden beklijft. De zaal is er klaar voor.
Smakelijke cocktail
Vanaf het moment dat Slug en producer Ant van start gaan, is het duidelijk: dit gaat een goede avond worden. Slug profileert zich als ware showman in het energieke optreden. Hij is beweeglijk, heeft het zichtbaar naar zijn zin, en trekt het publiek mee met gebruikelijke trucjes als handen die de lucht in moeten en ‘call and response‘-spelletjes. Naast Ant staat een tweede DJ om de muzikale begeleiding te verzorgen, die ze deels ter plekke neerzetten. De producer treedt geen enkele keer op de voorgrond, maar aan zijn brede glimlach en de woorden die hij af en toe in zichzelf meerapt, is zijn enthousiasme probleemloos af te lezen.
Het mankement van de avond wordt ook al gauw duidelijk: of de muziek staat te hard, of Slugs raps moeten verder naar de voorgrond, maar het geluid is allesbehalve in balans. Het valt ook de geluidsman op, want bij enkele nummers verdrinken de eerste gerapte woorden volledig in de bassen en melodieën, waarna er duidelijk aan een knop gedraaid wordt. Gelukkig vermindert het probleem na een aantal nummers, maar bij de tracks met wat hardere bassen blijft Slug het gehele optreden moeilijk te verstaan.
Positieve
vibe
Een minpunt, maar bij lange na niet genoeg om de avond te vergallen. Wat wil je, als je kunt putten uit zo’n veelzijdig oeuvre? Atmosphere heeft er een lange carrière opzitten waarin de sound continu is doorontwikkeld, dus aan afwisseling en kwaliteit geen gebrek. De groep biedt vanavond dan ook een smakelijke cocktail waarin gloednieuwe nummers afgewisseld worden met oudere muziek, en zowel hits als wat onbekender werk aan bod komen. Zelfs ‘God’s Bathroom Floor’, een nummer uit 1995 — jaren voordat de groep noemenswaardige bekendheid verwierf — komt langs.
Dit is dan ook een concert voor de liefhebber. En aan liefhebbers geen gebrek: vol vuur worden de teksten meegerapt, en elke keer dat Slug erom vraagt gaan de handen, peace-tekens en vuisten zonder aarzeling de lucht in. Het is opvallend hoe Slug, die in zijn teksten regelmatig de melancholie aantikt (of er frontaal tegenaan beukt), live juist een positieve vibe neer wil zetten. Hij hamert er meermaals op dat we vooral van het leven moeten houden, is buitengewoon vrolijk en verandert subtiel woorden in de tekst om het allemaal wat minder serieus te maken.
Zo werkt Atmosphere overtuigend een meer dan anderhalf uur durende setlist af, met krakers als ‘Godlovesugly‘, ‘Guns and Cigarettes’ en ‘Puppets’. Het publiek heeft genoeg reden om te schreeuwen om een toegift, waardoor onder meer ‘Trying to Find a Balance’ en een toch wel knap uitgevoerde freestyle (waarin hij zich al rijmend in de dag vergist en zich zonder hapering verbetert) nog voorbijkomen. Dan is het toch echt gedaan met de pret. Het gedoe met geluid is tegen die tijd alweer vergeten; het gevoel van tevredenheid overheerst.