Muziek die van alle markten thuis is
‘Hé, kijk’, roept een helder kinderstemmetje wanneer iets onder het dekbed beweegt, daar in een hutje op het podium, verlicht door de maan. ‘Kijk! Hij beweegt weer.’ Het blijkt de mol, een glansrol van Vera Fiselier, in de kinderopera Een lied voor de maan van Mathilde Wantenaar (1993).
Wantenaar maakte zelf met Willem Bruls het libretto naar het gelijknamige boek van Toon Tellegen. Mol hoopt dat de maan gaat dansen, maar de maan wordt niet vrolijk van het lied. Dat kan ook haast niet anders, want het is een somber lied. De mol en de andere dieren komen tot de ontdekking, dat er geen mol maar een kruis aan de kantlijn van het lied moet staan; dat vrolijkt de boel op. Het oorspronkelijke lied wordt door kikker (Jan-Willem Schaafsma) verscheurd. Met zijn dikke buik en nadrukkelijke aanwezigheid is hij een echte macho, waarbij mol klein wordt. ‘Wat jammer voor de mol’, zegt een meisje achter mij invoelend.
Twee liederen: donker en licht
Het verscheuren van het lied is een van de afwijkingen ten opzichte van het boek, waar het originele lied juist blijft (be)staan. In dat boek (Querido, 2012) staan namelijk twee liederen van Corrie van Binsbergen afgedrukt: een met inderdaad een mol aan de kantlijn en een met een kruis. Het accent in de voorstelling komt op deze manier vooral te liggen op de vrolijke noot van het verhaal en daarmee wordt Tellegen niet helemaal recht gedaan. Immers: de mol wil ook zo graag eens, onder het genot van een kopje zwarte thee, met de maan over nacht en duisternis praten. Maar de maan is wel blij met het lied (‘Dankjewel, mol’). De kinderen in de zaal vinden het prachtig wat er op het toneel gebeurt, terwijl de volwassenen mee genieten. Ook van de diepere lagen qua thematiek (identiteit, want mol blijft uiteindelijk toch mol en wordt geen kruis), en qua muziek. Zo zingt de veldmuis (Ginette Puylaert) een stukje van de beroemdste aria van de Koningin van de Nacht (!) uit Mozarts Zauberflöte en imiteert kikker een Italiaanse opera-aria.
Dit is kenmerkend voor de eclectische stijl van Wantenaar, wier orkestwerk Meander bijvoorbeeld soms aan La mer van Debussy of De Moldau van Smetana doet denken. Terwijl een ander orkestwerk van haar, Prélude à une nuit américaine, soms al even jazzy en Amerikaans klinkt als het kleine begeleidende ensemble in deze opera. En soms met eenzelfde groots en romantisch gebaar zoals in de rol van kikker.
De begeleiding bij deze opera is in handen van leden van het Nationaal Jeugdorkest. Instrumentalisten die niet alleen allemaal verkleed zijn als dieren (met bijvoorbeeld op de muziek heen-en-weer bewegende voelsprieten op het hoofd aan toe) maar op zijn tijd ook nog eens moeten acteren. Iets wat ze in alle opzichten geweldig doen en een lust voor het oog vormt.
Putten uit de traditie
In 2024 zal Wantenaar tijdens de maarteditie van het Haagse Festival Dag in de Branding (15 en 16 maart) centraal staan, zoals Lera Auerbach afgelopen oktober. Dat brengt tot slot een interessante vergelijking met zich mee, omdat ook Auerbach put uit de traditie.
De Vijfde symfonie van Auerbach, die in Den Haag de Nederlandse première beleefde, deed soms denken aan het werk van Peter Ruzicka, die zijn techniek Übermalung noemt (bij hem met name van het werk van Liszt). Dat kun je ook van Auerbach zeggen (in de Vijfde met name van Purcell) en – zoals we zagen – evengoed van Wantenaar (Mozart, Italiaanse opera, romantiek, impressionisme, jazz). Maar er is een groot verschil: Auerbachs toon is donker met enkele lichtpunten, die van Wantenaar (in ieder geval in deze opera) vooral licht. Misschien wel eens een beetje te, want – als dat tenminste de overweging was – waarom zouden kinderen een beetje donkerte niet aankunnen? Hun (groot)ouders zijn er voor het ‘ouderlijke toezicht’ immers bij.
Libretto: Mathilde Wantenaar en Willem Bruls, naar het boek van Toon Tellegen
Decor en kostuums: Nele Ellegiers
Video: Coen Bouman
Licht: Cor van den Brink
Dramaturgie: Willem Bruls
Muzikale coach: Leonard Evers
Solisten en leden Nationaal Jeugdorkest
Compositie-opdracht en coproductie van De Nationale Opera, La Monnaie / De Munt (Brussel), Festival d’Aix-en-Provence, Escuela Superior de Música Reina Sofía (Madrid), Opera Zuid (Maastricht)