Meer zielen, meer kunst
Zoals de titel luidt, biedt deze tentoonstelling ruimte voor (kunstenaars)collectieven. Zelfgezegd onafhankelijke organisaties, afkomstig uit heel de wereld. Alle zeven deelnemende, interdisciplinaire organisaties zijn ontstaan onder de mom van ‘cut the middle man’, ofwel: wij regelen alles zelf. Geen opdrachtgever, geen uitgever. Deze manier van aanpak zou de zoektocht naar de waarde van het beeld bevorderen, mede door het gebrek aan (financiële) hulp om de projecten tot stand te brengen.
Digitalisering en fotografie
Elk collectief biedt een ander perspectief, heeft een andere manier van aanpak om de vraagtekens achter het begrip ‘waarde’ te beantwoorden. Wat hen bindt is echter het fenomeen van digitalisering; in deze tijd is er een onstilbare hoeveelheid beeld. Zowel de vastlegger als de aanschouwer van het beeld kennen wellicht geen betekenis meer toe aan fotografie als kunstvorm, maar houden zich vooral bezig met vluchtige indrukken (als voorbeeld wordt genoemd: gedigitaliseerde beelden op Instagram).Deze tentoonstelling staat in het teken van het herwinnen van de betekenis van het beeld, wat voor sommige collectieven, in alle tegenstrijdigheid, juist gebeurt via digitalisering.
De collectieven
Dus, wat is er te zien? De tentoonstelling op zichzelf is vrij compact, wat fijn is voor de vluchtige toeschouwer. Vier kleine kamers bieden een route door de verschillende denkbeelden van de collectieven, een route die overigens niet vastligt. In de hal nog vóór de tentoonstellingszalen hangen zeven schermpjes, waarop van elk collectief een introductiefilmpje te bekijken is. Sommige zijn duidelijk, andere niet erg concreet. Een introductiefilmpje dat er wat mij betreft direct uitsprong, was dat van het Franse collectief #Dysturb. Dit collectief legt uit bezig te zijn met grote politieke kwesties van deze tijd, door middel van fotojournalistiek. Verspreid door het museum vinden we grote canvasdoeken met rake beelden en teksten. Niet alleen in het museum, maar ook in de stad Amsterdam hangt hun werk als onderdeel van de tentoonstelling Collectivism: collectives and their quest for value. Op deze manier bereiken zij hun eigen betekenis van ‘waarde’: ze confronteren in alle eerlijkheid.
Een ander bijzonder opvallend collectief is het Nederlandse Dead Darlings. Deze organisatie toont een wand met vele foto’s van verschillende kunstenaars, naast en door elkaar. Een onderdeel van hun project was het organiseren van een anonieme veiling, waarbij iedere kunstenaar anoniem was gemaakt alvorens de bieder zijn gang kon gaan. Hiermee proberen zij niet alleen de heersende waarde van bepaalde namen in de kunstwereld te ondermijnen, maar ook een kunstwerk voor zichzelf te laten spreken. Volgens dit collectief wordt de waarde van een kunstwerk dan ook mede bepaald door de persoonlijke band die de koper opbouwt met zijn aanwinst.
Er is meer
Naast deze twee in het oog springende collectieven zijn er nog vijf andere. Op uiteenlopende manieren probeert elk ander collectief een verhaal te vertellen, echter niet altijd met goede onderbouwingen. Sommige uitwerkingen van de projecten zijn minder scherp dan andere, wat bijvoorbeeld al kan blijken uit bijgevoegde tekst die niet altijd even verhelderend is. Het werk van 8-Ball Community is wellicht het meest spraakmakende van de tentoonstelling (om welke redenen zal je toch echt zelf moeten ontdekken!), maar conceptueel niet erg samenhangend. Om deze reden had er een aantal collectieven wellicht geschrapt kunnen worden uit de tentoonstelling, om de aandacht te vestigen op enkele, groots sprekende projecten (zoals #Dysturb, Dead Darlings, maar ook De Fotokopie).