Kom nog maar wat dichterbij…
Intiem. Hier en daar bijna te persoonlijk. Dat is het gevoel dat overheerst bij het zien van de expositie Thomas Schütte – werken op papier vanaf 1975 in De Pont in Tilburg. Daarnaast blinken de werken uit in veelzijdigheid, zowel in stijl als formaat. Schütte (1954) is sowieso een veelzijdig kunstenaar, wiens sculpturen waarschijnlijk de meeste bekendheid genieten. Vanaf het begin van zijn carrière maakt hij echter ook tekeningen, aquarellen, foto’s en grafisch werk. En met succes; zijn werk is opgenomen in belangrijke museale verzamelingen als die van het Tate Modern in Londen en het Centre Pompidou in Parijs. In 2005 ontving hij de prestigieuze Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië.
Mirror Drawings, 39 x 28 cm |
Omdat aan het maken van een schilderij of een sculptuur meestal een ingewikkeld procedé vooraf gaat, zijn het vaak doordachte producten. Ongevraagde oneffenheden worden tijdens het proces weggepoetst en verkeerd ingeschatte verhoudingen kunnen worden rechtgetrokken. Tekeningen hebben meestal een wat losser karakter; een gezette lijn wordt eenvoudigweg ‘gecorrigeerd’ door er een lijn tegenaan te zetten. Je zou kunnen stellen dat tekeningen directer zijn en dichter bij de maker staan dan welke kunstvorm dan ook; ze bezitten eenzelfde intimiteit als aantekeningen in een dagboek. Vandaar misschien ook dat ik me in eerste instantie wat bezwaard voelde toen ik in De Pont geconfronteerd werd met Schüttes Mirror Drawings uit 1998. In deze tekeningen probeert hij zichzelf, kijkend in een scheerspiegel, in beeld te brengen. De ene keer schetst hij zichzelf in slechts enkele lijnen binnen de cirkel van de spiegel, de andere keer worden de lijnen ondersteund door wat kleuraccenten in aquarelverf. Hoewel Schüttes blik je in enkele Mirror Drawings bij de keel grijpt, getuigen de meeste van deze tekeningen van een worsteling. Thomas Schütte zegt zelf over de Mirror Drawings:”Ich dachte, ich mache das jetzt ein Jahr, dann weiss man, wer man ist… ich war total enttaüscht, weil sie nichts sagten…Es ist also ein Versuch, sich selbst auf die Schlichte zu kommen, und der ist wirklich schief gegangen.”
Schütte krijgt de slag –op een à twee tekeningen na– telkens net niet te pakken. Als beschouwer geeft dit een wat ongemakkelijk gevoel, dat je interesse in deze werken vreemd genoeg versterkt. Het is alsof de kunstenaar de beschouwer uitnodigt getuige te zijn van een zoektocht die niet (direct) tot een bevredigend eindproduct geleverd heeft. Maar het gevoel van gêne dat dit oproept wordt overschaduwd door het gevoel van trots, dat opgewekt wordt doordat je in vertrouwen wordt genomen.
Intiem
De tekeningen onder de titel Spielzeug zijn gebaseerd op het lievelingsspeelgoed van Schüttes kinderen. Kijkend naar deze tekeningen (van een speelgoedmuisje tot een knuffelbiggetje) vraag je je af of je hier op zit te wachten. Onderwerpen als deze zijn -wanneer ze gepresenteerd worden zoals ze zijn- alleen waardevol voor de direct betrokkenen. Alhoewel Schütte het speelgoed ‘leuk’ in beeld brengt, missen deze werken de extra lading die de andere tekeningen in de verder intrigerende presentatie wel hebben.
Spielzeug, Mei 1998 |
Andere werken hebben minder intieme onderwerpen, maar komen door de manier waarop ze tentoongesteld zijn toch heel dichtbij. De relatief krappe kabinetten waarin veel van de kleinere werken geëxposeerd zijn, zorgen ervoor dat je ze van dichtbij bekijkt. De serie tekeningen van bloemen is daar een goed voorbeeld van. In de meeste exemplaren worden de bloemen gekleurd door in elkaar overvloeiende pastelkleurige waterverf, die ze een teer, bijna ijl karakter geeft. Door de minimale afstand tussen werk en beschouwer wordt de kwetsbaarheid van de afgebeelde bloemen voelbaar. Daarnaast heeft Schütte veel van de tekeningen vergezeld van een zin of een woord. De tekening Do Lilies Lie? uit 1995 spreekt de beschouwer zelfs direct aan door deze een vraag te stellen (en wat voor een!). Schütte heeft eens in een interview gezegd dat tekeningen als popliedjes zijn; met simpele effecten wordt in korte tijd een heel register aan mogelijke interpretaties opengetrokken. Deze vergelijking gaat zeker op voor de bloementekeningen. Bijgevoegde woorden als Tot en Flucht leiden de verbeelding van de beschouwer direct een bepaalde richting op. Ook de keuze voor het kunsthistorisch beladen onderwerp van de bloem, doet binnen een mum van tijd een heel scala aan associaties tot leven komen.
Moet een rebus opgelost worden?
Studio II, 1982, 135 x 110 cm |
Voor wie goed zoekt is er naast de persoonlijke sfeer die de werken op papier uitstralen, nog een overeenkomst te vinden. Veel van deze werken hebben het karakter van een rebus, een woord- of beeldraadsel. In Aufzeichnungen aus der 2. Reihe (1991) zien we een grote diversiteit aan snelle schetsjes, vaak gecombineerd met een of twee woorden. Zo zien we onder andere een zwevend tapijtje met daaronder het woord Will Power geschreven, een dichtgeknoopt zakje gecombineerd met de woorden Rich Right en een kruis met de woorden Unternehmer, Undertaker. Humoristische beeld-woordcombinaties die je doen glimlachen. De meer architectonische tekeningen, zoals Studio II uit 1982 zijn een beeldraadsel binnen één enkel beeld. We zien een opmerkelijk bouwsel in een landschap waar buiten drie vlaggen verder niets te vinden is. Je vraagt je af waar je nu exact naar kijkt en waarom het bouwsel niet bewoond is. Waar zijn de mensen? Waar is het leven in dit geheel? Het lijkt wel een model voor een nieuw soort huis, een voorstel voor hoe de mens ook zou kunnen wonen. Alhoewel het geen doorsnee huis is, zorgt Schütte er wel voor dat je het bouwsel herkent als werkplek of woonhuis. Door de perfecte balans tussen herkenbare en vervreemdende elementen, weet hij de aandacht van de kijker direct te pakken.
De tekeningen roepen vragen op, verwijzen naar sculpturen van Schütte, maar ook naar alledaagse praktijken en maken hierbij gebruik van een tegelijkertijd persoonlijk, maar ook algemeen cultureel idioom. Hoe vaker je de tekeningen bekijkt, hoe beter je deze taal kunt ontcijferen. Maar helemaal te ontcijferen is het niet en dat maakt dit werk en de tentoonstelling in De Pont spannend.