Kunst / Expo binnenland

ALLES in kaart brengen

recensie: Loek Grootjans

.

Foundation for the benefit of the aspiration and the understanding of context (formerly known as the institute for immediate knowledge, real perception and logic features according to the most contemporary monochrome paintings) Department Questioning Part 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8? Zaaloverzicht Museum De Beyerd Breda (NL) 2001 (foto Loek Grootjans)

Op dit moment vindt in De Pont een expositie plaats van drie van Grootjans’ installaties. In 1998 nodigde de kunstenaar iedereen die zijn werk wilde leren kennen uit om samen met hem een berg in de Alpen te beklimmen (Sugar Mountain Travel). Ter plekke zou gesproken worden over de monochrome schilderkunst, kunstgeschiedenis, de filosofie en “het verlangen tot het in kaart brengen van ALLES en het uitspreken van NIETS.” Onderwerpen die Grootjans na aan het hart liggen en die het fundament vormen van zijn kunstenaarsschap. Er werd een verband gelegd tussen de fysieke belasting en inzicht. De uitputtingsslag zou helpen het oeuvre van de kunstenaar te doorgronden. De combinatie berg/uitzicht doet denken aan romantisch kunstenaar Casper David Friedrich (1774-1840). Het was namelijk Friedrich die in zijn schilderij De wandelaar boven de nevel (1817/1818) een in het zwart geklede man (van op de rug bezien) vanaf een bergtop liet uitkijken over het dal onder hem.

Blind

Voor een ander project bracht Grootjans eind jaren tachtig een maand door in volledige duisternis. Het bruin dat hij zag werd samen met het groen dat hij ervoer toen voor het eerst weer licht zijn netvlies bereikte, de basis van zijn schilderkunst. Grootjans was bij dit project voornamelijk geïnteresseerd in de vraag wat rest als het zicht ontnomen wordt. De achterliggende vraag in dit geval in hoeverre kunst de uitkomst is van een geestelijk proces. De verhouding tussen zicht en inzicht geldt ook tegenwoordig nog als één van zijn belangrijkste fascinaties.

Proces van vragenstellen

In Tilburg gaat Loek Grootjans door op “het in kaart brengen van ALLES” in zijn poging om de fundamenten van onze samenleving te doorgronden. Twee wanden van de projectruimte – type grijze vloer, witte wanden, natuurlijk licht – zijn volgehangen met getypte vragen op papier (“How to revolt”, “How to hurt”, “How to liquidate”, etcetera) afkomstig uit de installatie Foundation for the benefit of the aspiration and the understanding of context (formerly known as the institute for immediate knowledge, real perception and logic features according to the most contemporary monochrome paintings)- Department Questioning. De wandenvullende installatie maakt dat het overzicht ontbreekt. Je kunt je moeilijk orienteren. Om het overzicht terug te krijgen, dien je afstand te nemen (de afmeting van de projectruimte maakt dat schier onmogelijk), met als gevolg dat de tekst niet langer leesbaar is. Een dilemma tekent zich af. Voor de wanden liggen op de vloer negen boxen met daarin spijkers, een hamer, twee witte handschoenen en nieuwe teksten. Het lijkt alsof het proces van vragenstellen geen einde kent. En feitelijk is dat natuurlijk ook zo. Grootjans gebruikt hier de taal als voornaamste communicatiemiddel.

Voorbeelden

Toch is het feitelijk juist de dialoog die ontbreekt. De toeschouwer zal niet snel geneigd zijn bij zichzelf te rade te gaan. Komt dat door de presentatiewijze? Me dunkt van niet. Waar het aan schort is dat Grootjans in tegenstelling tot zijn drie grote voorbeelden, de 17e-eeuwse filosoof Spinoza, de Franse schrijver Georges Perec en filmregisseur Pier Paolo Pasolini, hier niet weet door te dringen tot de heersende waarden en conventies van deze tijd. Daarvoor zijn de vragen te weinig kritisch, te weinig specifiek. Vooral dat laatste blijkt een struikelblok. De vragen zijn zo algemeen dat niemand zich er door aangesproken voelt. De betrokkenheid lijkt weinig oprecht. De analyse blijft steken op het niveau van de inventarisatie. Schouderophalend verlaat je de ruimte. Eerder werk kon meer bekoren, bedenk ik me.

Op 29 mei vertoont De Pont in het auditorium zeven films die Loek Grootjans maakte in samenwerking met filosoof Harry van Boxtel.