Verbeelding van de Zuidas
Gezien de uitgestrektheid en veranderingen van het nieuwe, prestigieuze bedrijventerrein in Amsterdam-Zuid, de Zuidas, heeft het Virtueel Museum Zuidas opdracht gegeven de ontwikkelingen op fotopapier vast te leggen. De overdracht van deze verzameling foto’s aan het Foam wordt gemarkeerd met de expositie ‘Expanding the City’. Het resultaat van het project is verrassend te noemen. Hoewel je bij zo’n duidelijk omkaderde opdracht, eentje waarbij het gaat om een specifieke locatie, documentairefoto’s zou verwachten, zoekt een groot aantal fotografen het niet in de realiteit, maar in de verbeelding.
Zonder titel, 2002, Anuschka Blommers / Niels Schumm |
De foto’s van Katja Mater zijn daarvan een goed voorbeeld. Gebouwen bestaan bij haar uit dikke stapels boeken. Mater laat er duidelijk geen enkele twijfel over bestaan, gebouwen komen voort uit theorieën over architectuur en stedenbouw. De vorm lijkt op een sterk vereenvoudigde architectonische schets of maquette. Andere fotografen houden de realiteit meer in het oog en richten zich op fragmenten of details van gebouwen. Ze zoomen soms zo ver in, dat je het overzicht kwijt raakt.
Van vaag tot focus
Zonder titel, 2007, Popel Coumou |
Zo zijn er de foto’s die Marike Schuurman maakte van trappen en exterieurs. De beklemmende sfeer ontstaat door de onscherpte van de beelden; er valt moeilijk te definiëren waar de foto’s precies zijn gemaakt. Popel Coumou maakte een zeer onscherpe foto van een raam. Hoewel het er mooi uitziet, doet het geheel meer denken aan een geabstraheerd schilderij dan aan een foto. Het beeld zegt feitelijk weinig over de ontwikkeling van het bedrijventerrein. In tegenstelling tot de foto’s van Coumou, zijn die van Gerco De Ruijter juist haarscherp. Met behulp van een vlieger registreerde hij bouwterreinen. De Ruijter is één van de weinige fotografen die een directe, recht-door-zee registratie maakte van het gebied, en dan ook nog van bovenaf. Door de haarscherpe focus op details en de weergave in intense kleuren geeft de luchtfotograaf een originele draai aan de documentairefotografie.
Menselijke proporties
Wat in Expanding the City opvalt, is dat op vrijwel geen enkele foto mensen zijn afgebeeld. Degenen die bij de bouw betrokken zijn, zoals aannemers en projectontwikkelaars, je ziet ze bijna nergens in de expositie terug. Alleen het werk van Marjoleine Boonstra laat zien wat de wolkenkrabbers en het hele kantorenplan mogelijk maken; namelijk mensenhanden. In haar logboek staan kleine foto’s van de bouwvakkers, aangevuld met hun parafen. Waar Mater de gebouwen reduceert tot papieren ideeën, daar brengt Boonstra alle creaties -hoe groot of groots ze dan ook mogen zijn- terug tot menselijke proporties.
Experimenteerdrift
Beatrixpark, 2006, Betty Ras |
Veel van de foto’s die te zien zijn passen naadloos in het oeuvre van de fotografen. Een aantal van hen is op het Zuid-Asterrein te werk gegaan zoals ze dat normaal ook doen. De stijl van Risk Hazekamp is goed terug te zien in het feit dat ze zich dikwijls met haar object gefotografeerd, zoals hier bij een wolkenkrabber en ook de luchtfoto’s van Gerco de Ruijter zijn onmiskenbaar. De fotografen hebben zich een stuk grond of gebouw eigen gemaakt en het door middel van hun eigen beeldtaal weten te vertalen tot boeiende foto’s. Vincent Zedelius volgt echter het documentaireconcept zeer nauwgezet. Zedelius’ foto’s zijn als een amateuristisch kiekje, en dan vooral een uiterst saai exemplaar. Bij het fotograferen van gebouwen is de combinatie oninteressante opnamehoeken (vaak frontaal) en ‘ordinair’ buitenlicht dodelijk. De fotograaf probeert het nog op te leuken met een afsnijdinkje hier en daar, maar het totaal is nogal fantasieloos. Het overgrote deel van de fotografen heeft gelukkig een meer gevarieerde kijk op het gebied. En dat de oorspronkelijke opdracht, het weergeven van de ontwikkeling van het bedrijventerrein, soms wat lijkt te worden vergeten in al die experimenteerdrift, was voor de organisatie geen bezwaar en zal dat voor het publiek ook niet zijn.