Kunst / Expo binnenland

Geluid en beeld face-to-face

recensie: Diverse kunstenaars - Off Screen

Istanbul, 03:00 uur ’s nachts. Een auto, hoorbaar met motorproblemen, doorkruist de zwoele stilte. De laatste muziek vanuit de bars en discotheken is reeds weggestorven in het vredig gonzen van de nacht. Ochtendgeluiden komen in Rome een stuk later op gang dan in een metropool als Parijs, en alleen het vroege getjilp van vogels begint over de gehele wereld rond eenzelfde uur.

Justin Bennett, Sundial, 2003-2007
Justin Bennett, Sundial, 2003-2007

De composities – of soundscapes – in Sundial (2003-2007), een geluidskunstwerk van de Brit Justin Bennett, luiden de tentoonstelling Off Screen in het Nederlands Instituut voor Mediakunst in. In Bennetts compilaties klinken steeds de geluiden van één dag; vierentwintig ineen geperste uren uit steeds weer een andere stad.

Ook de tentoonstelling heeft een sterk internationaal karakter. In Off Screen komt een gevarieerd aanbod van hedendaagse mediakunst bijeen en hoewel er ook gekeken dient te worden, is het nu eens het gehoor dat als belangrijkste zintuig wordt aangesproken. De tentoonstelling bewerkstelligt een frisse manier van het ervaren van geluid in een anders zo op beelden ingestelde wereld of, zo stelt de curator, een ervaring van juist ‘de discrepantie tussen beeld en geluid’.

Inderdaad wordt in veel van de aanwezige werken gebruik gemaakt van het onderscheid tussen horen en zien. In het nét iets te krappe trappenhuis van het pand aan de Amsterdamse Keizergracht loopt in de videoloop Prelude (2000) van de Canadees Michael Snow de geluidsopname een flink stuk voor op de bijbehorende video. Of mogelijk áchter, gezien de voortdurende herhaling van het drieëneenhalve minuut durende fragment. De in de film gevoerde haastige eettafelgesprekken beschrijven steeds weer andere delen van een eigen verhaal, om het laatste restje synchroniciteit te doen verdwijnen. Ook de Brit Imogen Stidworthy maakt gebruik van een merkbaar verschil tussen afgespeelde opnames. Via een Dolby 5.1 opstelling horen we hoe de bevolking van Peking haar dagelijkse ochtendgymnastiek doet. Een video toont daarnaast deze horde mensen die in het Tian Tan Park in exotische oefeningen verwikkeld is. Hoewel het zo ruimtelijke geluid bij de beelden past, is het alsof alleen dingen te horen zijn die steeds net even buiten beeld vallen. Ritmisch geklap, af en toe een onverstaanbare kreet, geritsel van bomen – steeds doet een vluchtig gevonden aanknopingspunt tussen video en surround-sound zichzelf evenzogoed weer teniet.

Technisch vernuft

Michael Snow, Prelude, 2000
Michael Snow, Prelude, 2000

In een expositie die zo zeer op geluid is gericht worden als vanzelf manieren en technieken van het opnemen en weergeven hiervan belangrijk. Naast de installatie van Stidworthy wordt in een ander werk gebruik gemaakt van ‘binaural‘ opnames. Deze techniek – in wezen een normale stereo-opname waarbij beide microfoons zich nu op de oren van een persoon bevinden – leidt tot de auditieve variant van het uit horrorfilms zo bekende first-person camerastandpunt. Dat Janet Cardiff en George Bures Miller in hun video Hill Climbing (2002) behalve voor de binaural geluidsopnames ook nog voor dit inmiddels cliché geworden camerastandpunt hebben gekozen is dan ook jammer. Het maakt hun opnames van de beklimming van een witbesneeuwde heuvel uiteindelijk tot een vooral voorspelbare video waarin weinigzeggend beeldmateriaal overheerst.

Janet Cardiff en George Bures Miller, Hill Climbing, 2002
Janet Cardiff en George Bures Miller, Hill Climbing, 2002

Ouderwets mono-geluid is ook vertegenwoordigd, en wel op een vrij basale manier. De Amerikaan Mark Bain maakte met zijn Headphone (2007) een site-specific werk, dat de Nederlandse 230-volt wisselstroom als een oorverdovend gezoem hoorbaar maakt, door een koptelefoon rechtstreeks op het stopcontact aan te sluiten.

Verrassend zijn de normaal ongehoorde klankstructuren van de Deen Jacob Kirkegaard, zorgvuldig voorzien van tekst en uitleg. De geluid- en video-opnames die hij voor AION (2006) in verschillende ruimtes in het verlaten gebied rondom de voormalige kernreactor in Tsjernobyl maakte, speelde hij vervolgens in precies deze ruimtes weer af om dit resultaat weer vast te leggen, af te spelen en zo voort. Het opgenomen geluid raakt meer en meer verdicht tot iedere ruimte haar eigen pompende, mysterieuze boventonen laat klinken. Kirkegaards indringende klanken leiden in combinatie met de verstarde beelden van een verlaten stad tot een rijk doch enigszins hermetisch resultaat, dat zich niet zonder meer door te luisteren laat doordringen, maar zich pas werkelijk ontsluit wanneer men bekend is met dit vernuftig procédé.

Meligheid

Jacob Kirkegaard, AION, 2006
Jacob Kirkegaard, AION, 2006

Naast een brede selectie van hedendaagse kunstenaars putten de samenstellers in enkele gevallen uit de eigen collectie die het instituut sinds haar ontstaan in 1978 heeft opgebouwd, al heeft deze keuze in het geval van Record Players (1984) enigszins tot een ‘filmpje uit de oude doos’ geleid. In deze korte video van de New Yorkse Christian Marclay maakt een groep jongeren door schuren, krassen en doormidden breken ‘muziek’ met vinylplaten. Doordat de jaren tachtig van de videobeelden afspatten krijgt dit werk temidden van de technisch volwassen overige werken helaas een hoog meligheidsgehalte.

Hoewel in de begeleidende tekst ietwat geforceerd de eigenheid van geluid wordt benadrukt, is Off Screen geen tentoonstelling speciaal ingericht om te horen. Desondanks word je als bezoeker, ook zonder kennis van Deleuze en de biologie van het gehoor, gedwongen om opnieuw en anders te gaan luisteren. Als vanzelf raak je door deze selectie van werken geconfronteerd met de spanningen tussen beeld en geluid, want vaak genoeg wordt door deze geluidskunstenaars juist het visuele opgezocht. Krachtig aan Off Screen is dat, in plaats van het geluid in haar pure schoonheid af te zonderen, het face-to-face met de grote rivaal van het zo alomtegenwoordige beeld wordt geplaatst. Hoewel het beeld hier zeker niet het onderspit delft, is het goed te horen hoe het is nu het zwaartepunt eens gekeerd is.