Klucht zonder losse eindjes
De Spaanse schrijfster María Dueñas heeft met haar nieuwe roman Het geluk van een wijngaard een groot verhaal geschreven: pompeus, gecompliceerd en allesomvattend. Er gebeurt zó veel in dit boek dat de lezer, op weg naar het einde, uitgeput de handdoek in de ring gooit.
Over de Nederlandse uitgave dienen eerst twee dingen te worden gezegd. Het omslag toont een mysterieuze vrouw, op de rug gezien in een idyllisch landschap; een wonderlijk beeld dat geen enkele verbinding met deze geschiedenis vormt. Samen met de vertaling van de titel – La Templanza wordt het suffe Het geluk van een wijngaard ¬ is dit een misleiding van het oog en de beleving van de lezer. Hier heeft de marketingafdeling van de uitgeverij geprobeerd een zo verkoopbaar mogelijk product te maken, zonder zich om het boek te bekommeren.
Tragische held
In de jonge republiek Mexico, in het midden van de negentiende eeuw, is het de hoofdpersoon Mauro Larrea die ons meeneemt in zijn enerverende levensloop. Als schatrijke mijnexploitant is hij financieel ten onder gegaan door de invloed van de Amerikaanse Burgeroorlog op zijn risicovolle investeringen. Hij ontvlucht zijn schuldeisers en verkast naar Havana, waar hij na een bizarre weddenschap de nieuwe eigenaar wordt van een wijngoed in Jerez in Zuid-Spanje. Geheel aan de grond vertrekt hij naar de Oude Wereld om zijn nieuwe, en enige, bezit te gaan zien en liefst zo snel mogelijk om te zetten in klinkende munt.
Als we aanbelanden bij de Spaanse wijngaard, het eigenlijke onderwerp van dit boek, zijn we al over de helft van de ruim vijfhonderd pagina’s. De vertelkracht van María Dueñas is groot: ze bedenkt telkens weer nieuwe verwikkelingen voor haar hoofdpersoon, die van de ene in de andere heftige aangelegenheid terechtkomt. Mauro Larrea wil zijn reputatie geen schade toebrengen en probeert op alle mogelijke manieren zijn bankroet onder de pet te houden. Door de vele uitweidingen van Dueñas wordt hij een tragische held, een ware Don Quichot, die met zijn hulpje Santos Huesos door de boze wereld trekt en zelf ook niet helemaal brandschoon is.
Avonturenroman
In een Volkskrant-interview vertelt María Dueñas over haar degelijke werkwijze: als hoogleraar aan de universiteit zit het onderwijzen haar in het bloed. De grondige research van alle mogelijke details in dit boek, de nogal ‘uitleggerige’ dwarspaden, alles wijst op een schrijver die veel weet en veel wil vertellen. De luie lezer kan zich passief laten meevoeren op de golven van het verhaal en hoeft nauwelijks moeite te doen om de lijn te volgen: alles wordt verklaard en alles klopt als een bus. Zo worden we on the side deelgenoot van de ontwikkeling van de slavernij op Cuba, het stijgende marktaandeel van de sherry in Engeland en de eerste spoorwegverbinding tussen Jerez en Cadiz.
Naast de docerende stijl van Dueñas probeert ze de verwachtingen op te kloppen door telkens aan het einde van de gelijkvormige hoofdstukken een nogal doorzichtige cliffhanger in te zetten. Die structurele toepassing maakt dat het effect geheel verwatert. Tegelijkertijd geeft ze haar hoofdpersoon een innerlijke stem om vooral niets aan het toeval over te laten en alle losse eindjes tot een aanvaardbare oplossing samen te kunnen knopen. Larrea spreekt zichzelf toe of hoort stemmen van zijn vrienden en familie die hem aansporen of terechtwijzen. Hiermee verwordt Het geluk van een wijngaard tot een wat vermoeiende avonturenroman die veel weg heeft van een hyperactieve klucht, waarin met allerlei onverwachte wendingen uiteindelijk alles op zijn pootjes terechtkomt. Eind goed, al goed.