Hunkerende zielen
Een roman over een tragische driehoeksverhouding in de liefde. Daarmee betreedt Emy Koopman het hoogste literaire podium. Goed geschreven, knap gecomponeerd, maar met een handvol personages die maar niet geloofwaardig willen worden. Drie dolende zielen, hunkerend naar het onbereikbare.
Het verhaal van Orewoet is geconstrueerd rondom de plotseling overleden kunstenaar Lucas Brandmeester. Zijn nogal ongrijpbare voorkomen heeft de hoofdpersonen stuk voor stuk beïnvloed op hun levenspad. Agatha is het grootste slachtoffer, zij wierp zich in de vroege jaren zeventig in Lucas’ armen en is daar nooit meer van losgekomen. Haar zoon Alex komt op de uitvaartplechtigheid tot de ontdekking dat de overledene zijn vader was. En dan is er nog vriend Dirk, een wat klungelige student die vergeefs probeerde Agatha te versieren door zich op papier als Lucas voor te doen.
Drie stemmen
Emy Koopman kiest ervoor haar karakters een eigen stem te geven door ze als verteller op te voeren. Om die aanpak duidelijk te maken heeft ze verschillende vormen bedacht. Agatha laat het verleden lezen als een reeks dagboekfragmenten, terwijl haar zoon Alex als weerbarstige puber in het hier en nu spreekt. Dirk noteert zijn verhaal in briefvorm, een lange geforceerde schuldbelijdenis aan Agatha waarmee hij het verband tussen de onderdelen lijkt te vormen. Deze structuur heeft een riskante bijwerking: de verschillende stemmen moeten de hele geschiedenis dragen en verzanden al snel in een gekunstelde zelfoverschatting. Het resultaat is een obligaat en nogal dik aangezet liefdesdrama.
In de flowerpowerjaren heeft Dirk de aantrekkelijke Agatha het eerst ontdekt. Hij probeert haar te imponeren met zijn belezenheid, maar krijgt weinig respons. Als hij haar voorstelt aan zijn kunstenaarsvriend Lucas slaat de vonk direct over en is Agatha als was in Lucas’ handen. De kunstenaar blijkt een wispelturige minnaar, houdt er andere vrouwen op na en is soms even helemaal uit het zicht verdwenen. Als hij uiteindelijk in een psychiatrische inrichting belandt, is alleen Dirk op de hoogte van zijn verblijfplaats. Agatha wacht smachtend op een levensteken.
Dweperig journaal
Die hunkering, het allesverterende verlangen, wordt door Koopman verbeeld in de titel van deze roman. ‘Orewoet’ komt uit de poëzie van de dertiende-eeuwse mystica Hadewych die daarmee haar aan waanzin grenzende religieuze begeerte onder woorden bracht. Agatha’s onvoorwaardelijke liefde voor Lucas krijgt nergens diezelfde lading. Haar dagboek leest eerder als een dweperig journaal, het verslag van een zelfbewuste jonge vrouw die volledig onder invloed staat van het object van haar verlangen.
… omdat het in mij knettert en springt, van diep in mijn onderbuik tot tegen mijn borstbeen. Mijn god, wat moet ik hiertegen beginnen?
Ook het verbindende relaas van Dirk, de verbitterde maar nog steeds hoopvolle aanbidder van Agatha, heeft geen overtuigingskracht. Met zijn opgeklopte brallerige taal (‘Ik had Keuls water opgespoten en mijn haar voor zover mogelijk gefatsoeneerd.’) wordt hij neergezet als ongeloofwaardige fraudeur die tegen wil en dank zijn liefdesdroom probeert waar te maken.
Het beste in Orewoet zijn de delen waarin zoon Alex zijn puberale onmacht in banen probeert te leiden. De afkeer van zijn moeder, gevoed door het feit dat ze hem zijn vader heeft ontzegd, is door de schrijfster in authentieke klanken vertaald. Alsof Koopman zich daar het beste bij thuisvoelt, de ontregelende boosheid van een jongen die op vaderzoektocht gaat. Alex is in beweging, waar de andere personages een definitieve stilstand laten zien. Hij ontwikkelt zich van gamende tiener tot gedreven adolescent, ontdekt terloops de liefde, en krijgt ondertussen een steeds helderder beeld van zijn bestaan. Dat die gang eindigt in een versmelting met zijn onvindbare vader is een veelbelovend slot van deze debuutroman.