Hoe te lezen?
Als lezer sta je er niet zo vaak bij stil hoe het leesproces in zijn werk gaat, of dient te gaan. Ten onrechte, zo meent de Australische filosoof Damon Young. In zijn nieuwste werk stelt hij daarom de lezer centraal.
In de waardering van literatuur ligt de nadruk doorgaans op de auteur en diens vaardigheden. De rol van de lezer lijkt evident en zodoende wordt daar maar al te vaak aan voorbij gegaan volgens Young. In De goede lezer legt hij aan de hand van een zestal Aristoteliaanse deugden – weetgierigheid, geduld, moed, trots, matigheid en rechtvaardigheid – uit wat er van lezers verwacht mag worden wanneer ze een boek ter hand nemen. Young laat zien dat de van oudsher Griekse deugden nog uiterst relevant zijn.
Rechtvaardig lezen
Waar de meeste lezers zich wel iets zullen kunnen voorstellen bij weetgierigheid en geduld als vereisten voor een goede lezer, lijken de overige vier deugden wat lastiger om te duiden. Gelukkig zijn Youngs voorbeelden goed gekozen. Neem bijvoorbeeld Virginia Woolfs lezing van James Joyce’s Ulysses. Aanvankelijk was Woolf niet te spreken over Joyce’s onderneming en omschreef ze de roman als ‘het bewuste, berekenende onfatsoen van een wanhopige.’ Pas op latere leeftijd komt ze tot inkeer en herkent ze het talent van Joyce.
Het voorbeeld is volgens Young illustratief voor de deugd rechtvaardigheid. Woolf is volgens de filosoof geen onrechtvaardige lezer geweest maar enkel te gehaast of te trots. Waar ze in Joyce misschien eerder een rivaal zag, weet ze hem uiteindelijk als collega te waarderen. Zo kan het ook met eigen leeservaringen gaan. Je kunt te jong zijn voor een tekst, hem met een bepaalde bril op lezen of simpelweg niet alles eruit halen. Het is echter niet rechtvaardig de tekst en de auteur hierop af te rekenen, zoals sommige recensenten doen. Met een ontvankelijke en kritische houding dient de lezer de inspanningen van de auteur te erkennen, aldus Young.
Gevarieerde voorbeelden
De canon waar Young uit put is zeer divers: moeiteloos springt hij van H.P. Lovecraft naar Friedrich Nietzsche en van Jorge Louis Borges naar Star Trek-fictie. Dit brede palet werkt verfrissend. Niet iedere auteur komt er overigens vlekkeloos vanaf: Dan Brown wordt flink door het slijk gehaald om zijn voorspelbare plots, platte personages, voor de hand liggende metaforen en incorrect bronnengebruik. Het lezen van De Da Vinci Code zou dan ook niets meer zijn dan de bereidheid van de lezer om doelloos te lijden. Geen onterechte gewaarwording misschien, maar het draagt weinig bij aan Youngs betoog.
Al met al vormt De goede lezer een eerbetoon aan de lezer. Het is een prettig gevoel als lezer gewaardeerd te worden en een actieve rol toebedeeld te krijgen. Youngs liefde voor lezen en literatuur is er een waardoor je je graag laat meeslepen.