Het neoliberaal kapitalisme voorbij
Het massale hamsteren van wc-papier en houdbare levensmiddelen stuitte op veel kritiek aan het begin van de coronacrisis. In De hamsteraar breekt socioloog en filosoof Willem Schinkel juist een lans voor deze vooruitziende consument en legt hij het échte probleem bloot.
De hoogleraar theoretische sociologie windt er geen doekjes om: eigenlijk valt hamsteraars niets te verwijten. Binnen een kapitalistisch systeem gedragen zij zich met hun royale koopgedrag juist als voorbeeldige consumenten. Ze doen niets illegaals, in tegenstelling tot bijvoorbeeld plunderaars. Het is volgens Schinkel onjuist dat we de hamsteraars verwijten niets voor anderen over te laten. Kort samengevat: de ware schuldigen zijn de kapitalisten die het just-in-time-principe als norm hebben ingevoerd. Idealiter ligt er zo min mogelijk op voorraad in distributiecentra en wordt alles aangeleverd vlak voordat er vraag naar is. De opslagkosten die bespaard worden zijn gigantisch, maar voor de consument is er geen voordeel. Sterker nog, het systeem kan bij de minste of geringste verandering in verwachtte vraag ontregeld worden, zoals dit voorjaar gebeurde. De lege schappen zijn overigens slechts van tijdelijke aard, het systeem past zich altijd weer aan.
Langzaam op gang
Schinkel legt het wat minder simpel uit dan hierboven beschreven. Hij gaat ervan uit dat de lezer wetenschappelijk onderlegd is en neemt zodoende weinig tot geen ruimte om begrippen uit te leggen. Tegelijkertijd heeft hij een lange opmaat nodig om tot de kern te komen. Het hoofdstuk over de etymologie van de hamsteraar doet langdradig en een beetje overbodig aan.
Interessanter zijn de hoofdstukken over schaarste en het logistiek kapitalisme. Op radicale wijze gaat hij in tegen het voor economen vanzelfsprekende gegeven dat er nou eenmaal schaarste bestaat. Schinkel durft dit te betwijfelen en stelt dat schaarste pas is ontstaan op het moment dat geld werd geïntroduceerd. Dit heeft te maken met de manier waarop geld te wereld in wordt gebracht, namelijk als schuld. Geldschepping gebeurt door banken wanneer zij kredieten verstrekken. Dit zorgt het vanaf het eerste moment voor scheve verhoudingen: er ontstaan claims op lichamen en op terugbetalen. Dit terwijl overheden tegelijkertijd ook schulden nodig hebben om het kapitalistische systeem te kunnen laten draaien.
Zeldzame scherpte
Schinkels boodschap is uiterst relevant dezer dagen. Alle zorgvuldig uitgekiende algoritmes voor bevoorradingen van winkels konden in één klap overboord door de plotselinge veranderingen in onze bewegingspatronen sinds medio maart. De coronacrisis kan een kantelpunt zijn, een moment waarop de zwaktes van ons logistieke systeem blootgelegd kunnen worden.
Het is in het laatste hoofdstuk – De hamsteraar en de revolutie – dat Schinkel volledig kleur bekent en hard uithaalt naar het neoliberalisme en de manier waarop onze neoliberale regering is omgegaan met de COVID-19-crisis. Zijn uitgesproken standpunten zijn helaas zeldzaam maar daardoor des te meer verfrissend en urgent.