Twee goede films vormen samen een matig geheel
‘Zij die kunnen, doen. Zij die niet kunnen, bekritiseren.’ Dit bekende citaat van Robert Moses voelt als filmrecensent natuurlijk wel wrang. Toch is na het zien van Giuseppe Capotondi’s The Burnt Orange Heresy de conclusie dat de film niet helemaal het kunstwerk is waarvan de regisseur hoopte dat het zou zijn.
De film opent met een rokende, zwetende James Figueras (Claes Bang) die het betoog oefent dat hij een groep Amerikaanse toeristen in Milaan gaat geven. Kunst, zo pleit Figueras, is subjectief. Zo subjectief dat het verhaal achter een schilderij het geheel kan maken of kraken. Is dit geklieder op doek het magnum opus van een getormenteerd genie, of het kladwerk van een prutser? Velen die eens door een moderne kunstinstallatie hebben geslenterd, zullen zich hetzelfde hebben afgevraagd.
De aard van het beestje
Het verhaal achter een schilderij kan, zoals alle verhalen, feit of fictie zijn. Bij proxy is het dus de verteller van het verhaal die beslist of een schilderij een top of een flop is. Veel verantwoordelijkheid voor iemand die zelf geen spatje verf op het doek heeft gezet. Wat ons terugbrengt bij Figueras, de kunstkenner. Figueras onthult zichzelf in die eerste scènes namelijk ook als een leugenaar en opportunist die graag een loopje neemt met de waarheid als hem dat goed uitkomt. Deze criticus van laag moreel kaliber wordt samen met zijn nieuwe vriendin Berenice Hollis (Elizabeth Debicki) naar het landgoed van Joseph Cassidy (aardig vertolkt door rocklegende Mick Jagger) gelokt, een excentrieke kunstverzamelaar. Cassidy brengt Figueras in contact met de mysterieuze kunstenaar Jerome Debney (de onnavolgbare Donald Sutherland). Hier wordt de spanning tussen kunstenaar en criticus echt op de spits gedreven, waarbij Debney Figueras kleineert en hem door hoepels laat springen voor een audiëntie. Dit is het hoogtepunt van de film: de filosofische verschillen, de discussies, de gevleugelde taal, en het verbale steekspel waarbij Debney makkelijk de bovenhand haalt.
Onvervulde beloftes
The Burnt Orange Heresy verzandt hierna echter in een misdaadthriller. Gesprekken over de aard van moderne kunst en het absurdisme van de moderne kunstenaar moeten het veld ruimen voor intrige en moord. Dat is jammer, want juist die cynische dialogen verheffen de film tot meer dan de zoveelste thriller. De ijzersterke acteerprestatie van Donald Sutherland is alleen al genoeg om een film mee te vullen. Het einde van de film bevat dan ook niet echt een synthese, een conclusie. In plaats daarvan wordt The Burnt Orange Heresy met een open einde beslecht, waardoor je het gevoel krijgt de ontknoping van niet één, maar twee films gemist te hebben. Het lijkt nu alsof ‘misdaadthriller’ een vies woord is, en dat is zeker niet het geval. Voor een film die draait rond kunst, is het echter zelf geen kunstwerk. De symboliek voelt wat klungelig, het camerawerk iets te conventioneel. Je zou denken dat bij een film over kunstwerken, ieder frame tot een waar schilderij gemaakt is.
Het oordeel
Alles bij elkaar is The Burnt Orange Heresy geen gedrocht. Het verhaal op zich blijft overeind en de cast is van het juiste kaliber, zelfs Mick Jagger. Het jammere is alleen dat een film die een vuist wil maken tegen de hypocrisie en de waanzin van de moderne kunstwereld, niet helemaal zijn punt kan doordrijven. Maar goed, dit is natuurlijk ook maar een recensie…