Seks als wapen

Swoon, de debuutfilm van Tom Kalin, werd bij uitbreng in 1992 al snel in het hokje ‘queer cinema‘ gestopt. Een hok waarin ook de rond die tijd uitgekomen films van Gregg Araki (The Living End) en Todd Haynes (Poison) belandden. Ook uit commerciëlere films uit dezelfde periode, zoals My Own Private Idaho en The Crying Game, blijkt dat homoseksualiteit in film ‘hot’ was in de vroege jaren negentig. Maar dat thema is dan ook zowat het enige dat Swoon met zijn lotgenoten deelt.
~
Alfred Hitchcocks Rope uit 1947 was ook gebaseerd op de zaak, maar daarin lag de nadruk vooral op de arrogantie van de twee mannen en de mogelijkheid om daadwerkelijk een perfecte misdaad te plegen. Bij Compulsion (1959) ging het vooral om de sensatie die het proces opriep, en de spectaculaire rol van Orson Welles als Darrow. Tom Kalin brengt de homoseksuele relatie van Leopold en Loeb naar voren, en legt zo een derde accent in de serie verfilmingen van deze beroemde misdaad.
Onevenwichtige relatie
~
Door het grofkorrelige zwartwitbeeld en het inventieve camerawerk lijkt Swoon een typische exponent van de onafhankelijke cinema, waarin plot en karakterontwikkeling vaak ten koste gaan van gesuggereerde diepzinnigheid en kunstzinnige pretenties. Pretenties heeft Kalin zeker, maar vergis je niet. Hij stopt zijn beelden vol met informatie, die een onoplettende kijker al snel over het hoofd ziet. Swoon is een goedgevulde schatkist van filmische effecten en connotaties, die een enkele kijkbeurt niet allemaal aan het licht zal brengen. Zo brengt Kalin een hommage aan Hitchcock door Leopold en Loeb elkaar op eenzelfde manier te laten kussen als James Stewart en Grace Kelly dat deden in Rear Window. Swoon is een gedurfd statement over herenliefde en ongezonde obsessies, een ode aan de cinema en aan een onschuldig lijkende tijd die desalniettemin vol venijn zat.