Overmatig gekunsteld
De verhalen achter Beyond the Rocks (in vertaling: Gouden Boeien) zijn op zichzelf al een reden om de film te willen zien. De film is tientallen jaren verloren gewaand geweest. In de loop van 2004-2005 is hij door het Filmmuseum Amsterdam in fragmenten teruggevonden in een legaat, om uiteindelijk bijna compleet, grondig gerestaureerd en voorzien van een nieuwe geluidsscore (gemaakt door componist Henny Vrienten) opnieuw gepresenteerd te kunnen worden. Bovendien is deze stille film uit 1922 legendarisch, omdat het de enige film is waarin de twee sterren van de cinema in de jaren twintig – Gloria Swanson en Rudolph Valentino – samen te zien zijn.
Ik kan dit echter niet zeggen. Ik kan niet door de vreemde kenmerken van de deze film heen kijken. Zo blijft het bordkartonnen decor opvallend plat; de Alpen die op een gegeven moment als decor dienen zijn bijna lachwekkend nep. Ook de verhaallijn komt erg geconstrueerd over (in het kort: jong meisje trouwt met saaie oudere rijke man, maar valt eigenlijk voor jonge held die haar meerdere keren ’toevallig’ het leven redt), wat lachwekkende momenten oplevert wanneer de gebeurtenissen minutenlang van te voren te voorspellen zijn. Eigenlijk is alles aan deze film gekunsteld. De make-up van de acteurs (ook de mannen hebben aangezette ogen en gestifte lippen) en actrices (met hartvormige lippen en te lange wimpers) zorgt ervoor dat je ze blijft zien als spelers, als niet echte mensen. Zo ook de manier van acteren (de naar boven rollende ogen van Gloria Swanson) plus de uitbundige, soms zelfs exotische kostuums zijn gekunsteld.
Beyond the Rocks is niet meeslepend. Juist dit is echter waarom de film interessant is, fris in een bepaald opzicht. Het is geen vloeiende film waarbij je rustig achteruit kunt leunen. Het is zelfs letterlijk geen vloeiende film; lopende en rennende mensen verspringen steeds stukjes (waarschijnlijk het gevolg van een wisseling van de filmstrook), en als kijker moet je meegaan in deze sprongetjes.
Het bijzondere van de nieuwe geluisscore van Henny Vrienten is dat deze het kunstmatige benadrukt, hetgeen waardoor je opgeschrikt wordt. Naast de muziek zijn er vreemde kleine geluiden te horen, zoals bijvoorbeeld opeens het piepen van een tuinhekje. Dit werkt vervreemdend, omdat je de mensen niet hoort praten (hun dialogen zijn in zwarte tussenschermen te lezen), maar soms dus wel de objecten hoort ‘praten’ (zo zijn er ook ruisende kranten, klinkende kopjes en zelfs het geroezemoes van andere mensen in een restaurant is te horen). Een prachtig voorbeeld is een Tiroler dansscene, die waarschijnlijk ook zonder geluid al meesterlijk is, maar met het klapgeluid van dansende mannen in korte leren broekjes helemaal mooi wordt. Dat komt waarschijnlijk ook doordat de scène niet direct deel uitmaakt van het verhaal en verder niet veel betekenis heeft.Het is duidelijk dat Beyond the Rocks voor de kijker van nu een andere film is dan voor de kijker uit 1922, maar misschien is het nu wel een interessantere film dan toen.