Vluchtig verhaal over een snelheidsrecord
Iedereen kent ze wel, die ietwat zonderlinge mannen met schuren vol rommel waarin ze de ganse dag aan het knutselen zijn, en niemand weet waaraan. Burt Munro is ook zo’n man. Een al oude man die woont in een schuur op een veld vol onkruid, tot ergenis van zijn buren. Gooit niets weg, weet zelfs zijn urine te recyclen als mest voor zijn citroenboom. Hij versleutelt zijn motor uit de jaren twintig tot de snelste motor ter wereld. Burt Munro, The World’s Fastest Indian vertelt het waargebeurde verhaal van zijn snelheidsrecordpoging.
Historisch verantwoord en sentimenteel
Regisseur Roger Donaldson, bekend van sexy films als Cocktail en Species, lijkt met deze film te gokken op een wat volwassener publiek. De details en karakters zijn historisch verantwoord, maar het ligt er allemaal wel heel dik bovenop. Daarnaast heeft de film sentimentele trekjes: zelfs de grootste rotzakken lijken uiteindelijk de oude baas te willen helpen. De wereld was goed vroeger. Het buurjongetje herinnert Munro aan zijn vroeg gestorven tweelingbroertje, over wie hij aandoenlijk vertelt. De dood van zijn broertje heeft hem er toe gezet om niet te twijfelen maar zijn droom na te jagen.
De film doet qua onderwerp denken aan The Straight Story van David Lynch, immers ook een roadmovie naar aanleiding van een waargebeurd verhaal van een oude man met een vreemd voertuig op een schier onmogelijke missie – maar daar houdt de vergelijking op. The Straight Story is een oorspronkelijke film, Burt Munro een wat obligaat verteld verhaal dat daardoor geen moment spannend is. Het is vanzelfsprekend hoe het met dat snelheidsrecord loopt, maar dat in elke scène een probleem de kop op moet steken, gaat snel vervelen. Het karakter Munro is echter sympathiek, en omdat er met zorg is gewerkt aan de historische details, is de film toch wel prettig om naar te kijken. Maar bij anderhalf uur prettig kijken blijft het. Het is net als bij Cocktail, de inhoud is snel vergeten.