Spy Kids
.
Niemand had het gedacht na films als Desperado, From Dusk Till Dawn en The Faculty, maar toch wilde Robert Rodriguez het al sinds zijn elfde: een kinderfilm maken.
Het werd Spy Kids, een film over twee spionnen (Antonio Banderas en Carla Gugino), die met pensioen gaan om hun kinderen op te voeden. Maar als ze tijdens hun eerste klus in negen jaar worden ontvoerd, is het aan hun kinderen om ze te redden.
Wat volgt is een razendsnel avontuur, waarbij de meeste mensen (en niet alleen kinderen) zich de ogen zullen uitkijken. Sommige ideeën werken, anderen niet, maar dankzij het razendsnelle karakter van de film vliegen de minder geslaagde scènes voorbij om plaats te maken voor meer actie en meer plotwendingen. Zelfs binnen afzonderlijke shots wordt geen frame teveel gebruikt: is een camerabeweging te langzaam, dan wordt dat stukje gewoon versneld afgespeeld.Het ongebreidelde enthousiasme waarmee Spy Kids is gemaakt, is in alles voelbaar: de acteurs overacteren op volle kracht en de aankleding van de sets is tot in de kleinste details aangepast op de wonderlijke wereld waarin de personages zich bewegen. Sinds Luc Bessons The Fifth Element is er geen film geweest waarin een visie zo duidelijk werd neergezet.
Verbazingwekkend is dat Rodriguez zelfs in een Disneyfilm van 35 miljoen dollar vrijwel alles in eigen hand houdt: camerawerk, montage, visuele effecten… zelfs als componist kom je hem tegen op de aftiteling.
Ironisch genoeg maakt Rodriguez met deze kinderfilm zijn meest volwassen film tot nu toe: Spy Kids is de film waar alle stukjes op hun plaats vallen.