Opgelicht
Oplichters worden in het Engels ook wel “flim flam men” of “matchstick men” genoemd. Een zeer toepasselijke benaming, want net als luciferpoppetjes zijn oplichters flinterdun. Ze vallen niet op om het risico om gepakt te worden te verkleinen. Ze wisselen bij iedere scam van identiteit, ze zijn de kleine onbekenden die zich vertrouwd maken met de slachtoffers om hen daarna genadeloos af te slachten en berooid achter te laten.
Matchstick Men beschrijft drie verhalen: dat van een man die last heeft van obsessieve en dwangmatige handelingen, dat van twee oplichters die hun grote slag kunnen slaan en dat van een vader die de dochter leert kennen die hij nooit gekend heeft. De obsessieve, kettingrokende oplichter Roy (Nicolas Cage) en zijn protégé Frank (Sam Rockwell) kunnen in een klap heel erg rijk worden. Om Roy van zijn fobieën en dwangmatige handelingen af te helpen, als hij voor de zoveelste keer volledig doordraait, besluit Frank om Roy in contact te brengen met een psychiater. Bij de psychiater leren we dat Roy getrouwd is geweest en dat hij zijn zwangere vrouw achterliet omdat hij haar in een dronken bui geslagen had. Zou zijn vrouw ooit bevallen zijn van een kind, zijn kind? Met behulp van de psychiater wordt Roys leven op z’n kop gezet door de ontmoeting met zijn 14-jarige dochter, Angela (Alison Lohman).
Uitentreure
Ik moet eerlijk toegeven, ik ben niet zo’n fan van Nicolas Cage. Op de een of andere manier weet hij altijd maar één gezichtsuitdrukking per film te handhaven, en die benut hij dan meestal ook uitentreure. Gone in Sixty Seconds (2000) is zo’n film waarin de gezichtsuitdrukking van Cage zich vooral concentreert op het trouwe hondenuiterlijk, compleet met trouwe doch droevige ogen. Maar in Matchstick Men laat Cage zien dat hij wel degelijk kan acteren. De door tics geplaagde Roy is overtuigend en vertederend tegelijk. Cage heeft goed gegokt met deze film. De grote nieuwkomer is natuurlijk Alison Lohman. Deze 25-jarige (!) actrice weet heel goed een tiener te spelen, die het leven van Roy wel even op zijn kop zal zetten. Lohman zal nog veel vaker op ons netvlies verschijnen.Sympathie
Na zijn grote kaskraker Gladiator (2000), die deze week voor het eerst op tv was, is de wereld van Matchstick Men heel wat anders voor regisseur Ridley Scott. Terwijl het bij Gladiator vooral ging om kostuums en grootse effecten, moet Matchstick Men het vooral van het verhaal en de filmkunst hebben. En laat dat maar aan Scott over. Hij bewees al met Thelma and Louise (1991) dat hij de kunst van sympathie creëren perfect in de vingers heeft. Hij heeft alleen het juiste script nodig, blijkt nu. Heb je in het begin nog een bloedhekel aan de leugenachtige Roy, maar als hij zijn dochter probeert te leren kennen en van zijn tics af probeert te komen, kan het toch niet anders dan dat je Roy in de eerste plaats gaat zien als een nog ietwat onervaren vader, die het beste met zijn dochter voor heeft en dan pas als de oplichter die hij zijn hele leven is geweest.
Big Bang
En dan slaat Scott genadeloos toe. Wat een idyllische situatie had moeten worden in de film, loopt uit op een regelrechte ramp. Een echt Scott-moment. Terwijl de film over het geheel je op het puntje van je stoel laat zitten om vooral maar niets te missen, is het toch een beetje jammer dat Scott de laatste minuut aan de film heeft geplakt. Scott moet gedacht hebben dat hij het publiek toch met een blij gevoel de bioscoop moest doen verlaten. Hij laat de kijker niet aan de rand van het ravijn achter zoals in Thelma and Louise, maar rondt het verhaal mooi af. Roy laat zich een vrouw en kind aanmeten, die het eerder mislukte huwelijk van de meesteroplichter doet verbleken. Het einde van Thelma and Louise had een inspiratie kunnen en moeten zijn voor Matchstick Men, maar blijkbaar heeft Scott zich iets te veel laten beinvloeden door de scripts van zijn films van de afgelopen jaren.