Fris en Turks fruitig

.
Stijn gaat uit. Terwijl hij zich glimlachend door een gang vol lonkende vrouwen begeeft, verspringt het beeld naar Carmen, zijn vrouw. Zij loopt ook door een gang, een ziekenhuisgang. Ze is op weg naar haar bestraling; een mager meisje in een veel te lege ruimte. De housemuziek pompt door.
~
Afgezien van de seksscènes heeft Oerlemans een filmrealiteit gecreëerd die lijkt op wat we uit Hollywood kennen. Het is een wereld waarin alleen heel mooie mensen de discotheek bevolken en waarin het mogelijk is om ’s nachts in je eentje over de Leidsestraat te lopen. Dit versterkt natuurlijk het contrast met de uiterst realistische verhaallijn over Carmens borstkanker. Oerlemans had zelfs nog wel een stapje verder mogen gaan. Nu vallen enkele echt surrealistisch bedoelde scènes nogal uit de toon bij de rest van de film.
Broze vrouwenstemmen
~
Atsma en Van Houten doen hun reputatie gelukkig eer aan. Atsma’s Stijn is iets sympathieker dan de Stijn in het boek, wat het makkelijker maakt om met hem mee te leven. De Carmen van Van Houten krijgt wat in het boek ontbreekt; eigenschappen die haar tot een mens van vlees en bloed maken. In een indringende scène geeft de carrièrevrouw een belangrijke presentatie, net nadat ze per ongeluk moeiteloos een flinke streng haar uit haar hoofd heeft getrokken. De gebeurtenis brengt haar volledig van haar stuk. Het is een performance die Van Houten tot in de kleinste details perfect brengt, zoals alleen zij dat in Nederland kan.