Overdonderend bloederig spektakel
.
Ha, zo kennen we hem weer. De man die de evenzeer bejubelde als verguisde blockbuster The Passion of the Christ op zijn naam heeft staan en die in een dronken bui antisemitische opmerkingen maakte, zoekt de controverse graag op. Maar de kans dat Apocalypto evenveel kritiek krijgt als The Passion of the Christ, is klein. Apocalypto is in de eerste plaats een avonturenfilm en pas daarna een allegorie.
Het eeuwenoude Mayarijk staat op instorten. In een poging het tij te keren, nemen de Maya’s vreedzame oerwoudbewoners gevangen om hen op bloedige wijze te offeren aan de zonnegod. Niet dat het helpt, want de Spanjaarden staan op het punt om Zuid-Amerika te ontdekken en het Mayarijk is hoe dan ook gedoemd te vergaan. De hoofdpersoon, Jaguar Paw, weet te ontsnappen aan de wrede Maya’s. Achtervolgd door een aantal van de schurken rent hij voor zijn leven door het regenwoud. Ondanks de diepe wond in zijn zij en het arsenaal aan pijlen en speren dat op hem afgevuurd wordt, weet hij zijn achtervolgers voor te blijven. Hij heeft dan ook een goede reden om voor zijn leven te rennen: middenin het oerwoud staat zijn vrouw in een diepe kuil, die razendsnel volloopt met water, met haar oudste kind op haar rug te bevallen.Authentiek
Heel geloofwaardig is Apocalypto niet, spannend wel. In hoeverre de film historisch accuraat is, is voor een leek niet te beoordelen, maar Gibson heeft in ieder geval zijn uiterste best gedaan om alles er authentiek uit te laten zien. De acteurs spreken de taal van de Maya’s, net zoals er in The Passion of the Christ Aramees en Latijn werd gesproken. De tribal tatoeages, de piercings en de versieringen die onder de huid zijn aangebracht, zijn levensecht, net als overigens alle bloederige wonden die de personages oplopen. Dat de film een Oscar voor de visagie krijgt is niet onwaarschijnlijk, en een Oscar voor de kostuums of de art direction zou ook niet onterecht zijn.
Als de oerwoudbewoners naar de Mayastad worden gevoerd, is het bioscooppubliek net zo overdonderd als zij wanneer ze de witte steengroeves, de kleurrijke markten en de mensenmassa’s zien. De ontwikkelde beschaving is prachtig in beeld gebracht. Ondertussen geeft Gibson weinig subtiel commentaar op de samenleving: de slaven spreken vol afschuw over de mensen uit het land van steen, die altijd maar meer vragen van de natuur.Adembenemend gruwelijk
Het hoogtepunt van de film is de scène waarin de blauwgeverfde slaven naar het altaar worden geleid, dat zich bovenop een enorme tempel bevindt. De gewaden en de sierraden van de priesters en de vrouwen zijn adembenemend mooi. Het lijkt alsof je als kijker bovenop die tempel staat en de schreeuwende massa aan de voet van de tempel overziet. Dan dringt de verschrikkelijke waarheid door; de slaven worden één voor één naar het altaar geleid, hun hart wordt uit hun lichaam gerukt en omhoog gehouden voor de zonnegod. Vervolgens worden ze onthoofd en valt hun hoofd tientallen meters naar beneden, de trappen van de tempel af. De scène is even gruwelijk als imponerend.
Gibsons idee van spektakel is überhaupt nogal bloederig. Afhankelijk van de sterkte van je maag kan dat een belangrijk bezwaar tegen Apocalypto zijn. Jaguar Paw, indrukwekkend neergezet door debutant Rudy Youngblood, krijgt nogal wat te verduren tijdens zijn vlucht en ook zijn achtervolgers worden niet gespaard. Apocalypto is een opeenvolging van afgehakte hoofden, uitgerukte harten, aanvallen van wilde dieren, doorboorde lichaamsdelen en uit elkaar spattende hoofden. ‘Leven is lijden’ blijft het motto van Gibson, en film is een uitstekend middel om dat lijden te tonen. Dat Gibson dat goed kan, had hij al eerder laten zien.