De zoektocht van een mentaal labiele man
Clean, Shaven is het krachtige debuut van de Amerikaanse filmregisseur Lodge Kerrigan (Claire Dolan, Keane). Dit portret van een mentaal labiele man valt vooral op door het indringende gebruik van beeld en geluid om zijn verknipte beleving weer te geven. De film is nu in Nederland in een bescheiden editie op dvd verschenen .
Clean, Shaven opent met een verontrustende geluidsband en een gefragmenteerde montage van landschappen en snelwegen. Vervolgens zijn er beelden te zien van een persoon in een cel die deze stroom van beelden en geluiden ervaart. Hij lijdt aan een geestesziekte. Dit is Peter Winter, de hoofdpersoon van Kerrigans film die wordt gevolgd als hij zijn dochter probeert te zoeken die voor adoptie is afgestaan. De film toont zijn mentale problemen die alledaagse situaties tot beproevingen maken. Als Peter onderweg naar zijn dochter in een motel verblijft, ziet hij een meisje dat later dood wordt aangetroffen. Ze is zwaar mishandeld. Deze moord wordt door een rechercheur onderzocht die al snel een vermoeden heeft dat Peter de dader is. De film volgt de personages op parallelle wijze, terwijl Peters gedrag extremer wordt als hij zijn dochter heeft gevonden.
Mentale ruis
Clean, Shaven is een opvallend debuut, waarin regisseur Lodge Kerrigan duidelijk toont dat hij ondanks een beperkt budget een film heeft kunnen maken die op overtuigende wijze schizofrenie verbeeldt. Er is een duidelijke lijn te trekken naar Fritz Langs M. Een scène aan het begin van de film doet denken aan de hoofdpersoon van M die een kind volgt dat met haar bal speelt. In beide films wordt een beeld gegeven van extreme geestesziekte, waarbij wordt getracht om de kijker in de huid van een verknipte hoofdpersoon te laten kruipen.Kerrigans film is vooral overtuigend doordat hij de verschillende elementen waaruit zijn film is opgebouwd in dienst stelt van zijn visie. Zo worden bij het camerawerk mooie landschapshots en rauwere beelden in een strakke montage afgewisseld. Dit effect lijkt gekunsteld, maar krijgt zijn lading vooral door de meesterlijk gemixte geluidsband. In een bijgevoegd audio-commentaar geeft Kerrigan aan dat hij door het verontrustende gebruik van geluid wilde tonen dat mensen die lijden aan schizofrenie bepaalde prikkels en sensaties veel heftiger ervaren dan normale mensen. In de film komt dit effectief tot uiting als in schijnbaar normale omstandigheden Peter een mentale ruis ervaart die is opgemaakt uit stemmen en versterkte vormen van lawaai, die weer opgaan in een noise-achtige soundtrack. In een sterke scène zit Peter in een bibliotheek waar hij naar zwart-wit foto’s van kinderen kijkt. De geluidsband van deze scène bestaat uit vervormde kinderstemmen, en hun gelach verandert hier in onheilspellende en pijnlijk abstracte klanken.
Deze effecten zijn op zichzelf niet voldoende om een film te dragen, omdat een film ook wordt ingevuld door het spel van de acteurs. Kerrigan heeft in dat opzicht een goede keuze gemaakt door de relatief onbekende acteur Peter Greene (Zed uit Pulp Fiction) te casten in de hoofdrol. Greene weet geheel in de huid van Peter te kruipen, en na het zien van een aantal pijnlijke scènes rijst bijna het vermoeden dat Greene zelf een geschiedenis van geestesziekte moet hebben gehad. De balans tussen Kerrigans filmische effecten en Greenes spel is ook goed afgestemd, waardoor het een het ander niet afzwakt maar juist versterkt. De enige elementen die onbevredigend zijn uitgewerkt zijn de rol van de rechercheur die Peter op de hielen zit en de vrij abrupte conclusie van de film.Intens realistisch
Kerrigan is een eigenzinnige cineast die vooral is gegrepen door buitenstaanders en mensen die worstelen met zichzelf. Er is geen sprake van een simpele geruststellende moraal in zijn films, en daarmee positioneert hij zich haaks op de genrecinema van Hollywood. Na het bescheiden succes van Clean, Shaven maakte Kerrigan de film Claire Dolan en recentelijk nog Keane. Afgaande op die films is Kerrigan zich meer gaan concentreren op de intensiteit van het acteerwerk in tegenstelling tot het overheersende gebruik van beeld en geluid. Zijn stijl is minimaler geworden qua montage en het belang van de geluidsband, waardoor het uiteindelijke effect realistischer is. Zo is Keane in veel opzichten vergelijkbaar met Clean, Shaven in zijn plot over een verstoorde man die zijn dochter is kwijtgeraakt en haar denkt te herkennen in een meisje dat hij ziet. Maar in Keane doet de stijl denken aan de onopgesmukte films van de Dardennes, waar de kracht vooral wordt bereikt door lange shots af te wisselen met veelzeggende close-ups die het karakter van de personages nog enigszins oplichten. Uiteindelijk is Kerrigan in zijn cinema puurder geworden en heeft hij de kracht van zijn opvallende debuut weten uit te diepen in indringende portretten van mensen aan de zelfkant van het hedendaagse Amerika.