Een ET-gevoel met tanden en tentakels
Het mag gezegd worden: voor een bepaalde groep mensen is The Host de beste monsterfilm sinds E.T.: The Extra-Terrestrial. Sinds de film uitkwam in Zuid-Korea in 2006, is The Host bezig aan een gestaag vorderende, maar onmiskenbare zegetocht door alle uithoeken van de wereld. Met een budget van pakweg tien miljoen dollar, wat niet veel lijkt in vergelijking tot de 147 miljoen van Transformers, is een instant Koreaanse culthit neergezet. Overtuigende special effects hebben een vaginaal ogend monster gecreëerd dat Seoul terroriseert, maar uiteindelijk zijn meerdere moet erkennen in een gezin vol antihelden. Een feest voor het oog, een feest voor het hart, en een feest voor het verstand: The Host is eindelijk in Nederland, en heeft voor iedereen wat in petto.
In de openingsscène bevinden we ons in een laboratorium op een legerbasis aan de Han-rivier. Een assistent-laborant wordt opgedragen formaldehyde weg te gieten in de gootsteen, omdat de stof over datum is. Formaldehyde in de rivier, rivier naar de hoofdstad Seoul, en zes jaar later heeft Zuid-Korea te kampen met een twintig meter groot monster dat uitstekend gedijt in water en op het land. Het monster is, evenals de film, een unieke combinatie van bekende factoren: tentakels, een Alien-achtige en met seksuele connotaties geladen bek, en een glibberige reptielachtige huid vol pukkels en zweren.
Aan de rand van de eerdergenoemde rivier is Park Heui-bongs verkoopstalletje te vinden, dat gerund wordt door zijn slungelige luie zoon Gang-du. Samen met Gang-du’s jonge dochtertje Hyeon-seo kijkt de familie naar het boogschieten (een smoking gun) op televisie, aangezien Gang-du’s zus Nam-ju hierin een groot talent is. De status-quo, en hiermee het rustige begin van de film, wordt op krankzinnige wijze onderbroken door het gigantische beest. In deze memorabele sequentie maakt de kijker voor het eerste kennis met het monster. Vanaf dit punt in de film gaat het, om het populair te zeggen, helemaal los: we zien hoe de familie sterker is dan in eerste instantie leek, we zien hoe het Amerikaanse leger op autoritaire wijze probeert de zaak in goede banen te leiden, waar het monster huist en wie uiteindelijk een antwoord heeft op zijn wreedheden.Welkome bijdrage
Onevenwichtig? Soms. Maar dat maakt deel uit van de charme van deze film, en draagt bij aan de eerdergenoemde maar lastig te omschrijven cultstatus die aan deze film wordt toegeschreven. Een recensent omschreef de film als een Little Miss Sunshine van het horrorgenre, en dan met name de monsterfilms. Hij zit er niet ver naast; The Host leidt tot schaamteloos plezier bij de toeschouwers. Voorwaarde is dat men open staat voor een ietwat van-de-hak-op-de-tak-springende film. Maar wat is onevenwichtig in deze dagen, waarin horrorfilms meestal niet meer zijn dan voorspelbare massaproducten die in enkele maanden worden uitgepoept om studio’s een paar centen op te leveren? Echte liefhebbers kijken al jarenlang uit naar Aziatische kwaliteitsproducten van nieuwe Oosterse meesters, voor wie genres eerder een uitdaging vormen dan een beperking.
The Host doet precies dit. Aan de oppervlakte is het een eenvoudig ogende monsterfilm, maar dieper zoeken levert meerdere lagen op. Het is geen toeval dat in de openingsscène de chemische stof op bevel van een Amerikaan in de gootsteen wordt gegoten, en dat diezelfde Amerikanen (op arrogante, blinde wijze en met geheven wapens) trachten de situatie onder controle te krijgen: ontegenzeggelijk een nauwelijks gemaskeerd commentaar op de situatie in het Midden-Oosten, maar ook op Zuid-Korea’s houding ten aanzien van de jarenlange Amerikaanse dominantie in hun land.
Mensen en monsters
Hiernaast vallen de acteerprestaties in positieve zin op, en dan met name de aandacht voor familiebanden. Regisseur Joon-ho Bong, maakte eerder het uitstekende Memories of Murder, een klassiek verhaal over een massamoordenaar. Net als in deze eerdere film vergeet hij niet dat om een indruk achter te laten, het publiek in de eerste plaats een relatie dient aan te gaan met de hoofdrolspelers. Het geterroriseerde gezin overtuigt in The Host, ondanks de aanvankelijk wat naïeve en karikaturale portrettering. Hele jonge kinderen in films irriteren vaak. Zoniet het jonge dochtertje Hyeon-seo dat door het beest wordt opgeslokt, naar zijn hol wordt getransporteerd, uitgebraakt en bewaard voor later. Haar band met haar grootvader en haar klungelige vader Gang-du ontroert, en vormt een overtuigende afwisseling met de van actie vervulde scenes. Tot aan de zinderende climax.
De special effects zijn, tot slot, gecreëerd door het Amerikaanse bedrijf The Orphanage onder leiding van Kevin Rafferty. Dit is een naam die wellicht niet veel zegt, maar de man was eerder verantwoordelijk voor Star Wars: Episode I — The Phantom Menace.