Film / Films

Hulk

recensie: Hulk

Er zullen deze zomer niet veel kinderen zijn die na een bezoek aan de bioscoop ‘Hulkje’ spelen. Jawel, de Hulk is in de gelijknamige film onoverwinnelijk, plukt militaire helikopters uit de lucht alsof het niets is, kan met een paar stappen honderden kilometers afleggen, verpulvert in minuten een laboratorium en weet drie gemuteerde honden van zich af te slaan. Maar hij is eerder een monster tegen wil en dank dan de happy hero waar kinderen zo dol op zijn.

~

Als zijn gezicht het scherm vult, zit er iets menselijks in zijn blik. Wanhopig, een tikje treurig, maar vooral verontschuldigend. Knap, voor iets dat volledig door de computer wordt gegenereerd. Vooral ook omdat de Hulk niet zo ‘natuurlijk’ aanvoelt als andere (deels) computergegenereerde karakters. In het dagelijks leven verwacht je eerder een X-man of zelfs Gollem tegen te komen dan deze groene superheld. De Hulk van regisseur Ang Lee (Sense & Sensibility, Crouching Tiger, Hidden Dragon) is en blijft een stripfiguur.

Oedipus

~

Het geheim van de blik schuilt in de suggestie. Familiedrama-regisseur Lee maakt de Hulk menselijk. Hij creëert een tragisch figuur die een duistere kant van zichzelf ontdekt en daar tegen wil vechten, maar het tegelijkertijd opneemt tegen zijn eigen vader. De Hulk heeft een verstoord gevoelsleven door een traumatische gebeurtenis in het verleden. In de digitale ogen lees je wat je verwacht te lezen. De niet-lullen-maar-vechten-fans voelen het nu waarschijnlijk al aankomen: in Hulk wordt meer gepraat dan gesloopt. Het oedipus-complex van zowel Bruce Banner (Eric Bana) als zijn vriendinnetje Betty Ross (Jennifer Connelly) is belangrijker dan het wegslingeren van tanks, de boodschap over het experimenteren met leven krachtiger dan het wegslaan van raketten.

Strippig

Het is gedurfd voor een superheldenfilm. Spider-man ging al een beetje die richting op maar zelfs het watje Peter Parker knutselde uiteindelijk voor zichzelf een superheldenpakje en besloot de wereld te redden. De Hulk kan dat niet: de transformatie overkomt deze Marvel-figuur en dat maakt het allemaal zo onderhuids treurig. Onderhuids, want de film stemt niet droevig, al is het maar omdat het 138 minuten lang een genot is voor het oog. De film voelt alsof je naar een bewegend stripboek zit te kijken. Niet alleen door de ‘strippige’ Hulk, maar vooral doordat de regisseur met zoveel enthousiasme met splitscreens werkt. Zelfs tafels, deuren en kasten snijden het beeld zo door dat er verschillende plaatjes ontstaan. Ook de bekende extreme close-ups worden gebruikt. Dat kunstje bleef me boeien.

Diepgang

Als de Hulk uiteindelijk losgaat is er bovendien veel te genieten voor de special effects-liefhebber. Bovendien straalt de film iets fris uit dat ik bij het zoveelste opengetrokken blik superhelden niet had verwacht: deze film is met liefde gemaakt. Achteraf lijkt het eigenlijk vreemder dat deze technieken in combinatie met deze – wel typisch Amerikaanse – diepgang niet normaal zijn in een dergelijke film. Daarmee is Hulk een verrassing, en tegelijkertijd ook een voorbeeld voor hoe het zou moeten zijn.