Overbodige herhalingsoefening

De kannibalistische Hollywoodpraktijk van het herverfilmen van nog redelijk recente klassiekers is een fraai teken van de creatieve crisis waarin de Amerikaanse genrefilmwereld zich momenteel bevindt. Alexandre Aja’s nieuwe versie van Wes Cravens beruchte The Hills Have Eyes (1977), waarin een familie in de woestijn belaagd wordt door misvormde psychopaten, heeft weliswaar een paar pluspunten ten opzichte van het origineel, maar blijft evenzeer een toonbeeld van creatieve bloedarmoede in het genre.
Hij begint sterk: de openingsscènes zetten de toon voor een vakkundige en pretentieloze horrorfilm, die een stuk vlotter en vermakelijker lijkt dan Cravens prutswerk van weleer. Aja en zijn scenarioschrijver Grégory Levasseur (beiden maakten eerder Haute Tension) nemen bovendien deze keer wel de moeite om ‘echte’ personages neer te zetten: de familie met aanhang die in de Texaanse woestijn strandt, is veel geloofwaardiger dan Cravens banale slachtoffers.
Murw beuken
~
De tijden zijn veranderd: deze keer wordt er wel een (absurd groot) pistool op de blèrende baby gericht, wordt Brenda veel bruter aangerand, en worden de achterlijke belagers met veel meer en gedetailleerder sadisme van kant gemaakt. De dreiging van seksueel geweld is meer voelbaar, de moorden en verminkingen zijn explicieter.
Effectbejag
~
Voor zo’n nihilistische film is het ook jammer dat de makers zich toch genoodzaakt achtten om het verhaal te rationaliseren: het is in de nieuwe versie veel explicieter dat de freaks bewoners van een mijnwerkersdorpje zijn, die door de stralingen van nucleaire tests door de overheid gedegenereerd zijn. Deze terloopse ironie ligt er veel te dik bovenop, en bovendien is slinks commentaar op kernwapenontwikkeling, wapenbezit en republikeinse waarden, dat in een handvol scènes opduikt, ietwat dubieus voor een Fransman die zich gewillig laat strikken door schaamteloze Amerikaanse geldkloppers.