Doggy style
Literaire fictie bezit een wonderlijke kracht die je op de meest vreemde plekken kan doen belanden. Het is maar net hoe ver de auteur wil gaan. Schrijfster Elfie Tromp neemt ons aan de hand in de bevreemdende wereld van de hondenfokkerij.
Afghaanse windhonden, daar is het om te doen in Tromps Underdog. Ze presenteert een kwakkelend familiebedrijfje dat probeert naam te maken door het fokken van raszuivere ‘winnaars’. De honden in kwestie zijn goed voor twee dingen: kampioen worden op de alom georganiseerde hondenshows en daardoor naam maken om garant te staan voor kwalitatief nageslacht. Het is een curieuze omgeving, waar de schrijfster kennelijk in thuis is.
Metaforen
De autistische Rein werkt als schoonmaker in de familiekennel en brengt de rest van zijn tijd door achter het beeldscherm. Zijn wereld wordt volledig in beslag genomen door World of Warcraft waarin hij, als fictief personage, deel uitmaakt van een zelfgecreëerd universum en met zijn medespelers iedere vijandige tegenpartij te lijf gaat. Zijn zus Adelien is, samen met moeder Vera, de drijvende kracht achter de hondenbusiness. Ze proberen het hoofd boven water te houden door de eindjes aan elkaar te knopen en hun tophonden als fokmateriaal aan de man te brengen.
Elfie Tromp weet haar karakters goed neer te zetten. De uitgebeelde typering maakt nieuwsgierig naar het verdere verloop, hoewel de verhaallijn vanaf het begin wordt afgebakend. We zitten voornamelijk in de binnenwereld van Rein, die probeert om te gaan met zijn ambitieuze familieleden en ook nog een virtuele relatie met een gamepartner aangaat. Tromp laat haar schrijfkunsten zien in moeiteloos geplaatste metaforen die haar vindingrijkheid onderstrepen. Zoals de kitesurfende man van Adelien die ‘in zijn tuigje het strand op en neer rent. Alsof hij wordt uitgelaten door God’. Ook de schuchterheid van broer Rein wordt neergezet in prachtige zinnetjes:
Hij probeert zijn opgejaagde ademhaling te vertragen. Het lukt niet. Zijn hart is een bange egel. Opgerold ligt hij in zijn borstkas. Elke slag steekt.
Maakbaarheid
Als de kennel op het randje van faillissement staat, komt de streberige Adelien met een uitweg. Broer en zus moeten met hun kampioenshonden naar Australië om bij een wereldberoemde fokker de dieren te laten kruisen met andere kanjers. Door de introductie van deze als Mexicaanse maffioso geportretteerde topfokker, begint Tromp de greep op haar roman te verliezen. Grillige fantasie neemt de overhand en rekt de grenzen zodanig op dat er weinig ruimte is om tot een aannemelijk einde te komen. Het Australische avontuur slaat om in een slechte James Bond-film, waarbij vrijwel alle losse verhaallijnen als een compact geheel worden afgeleverd. Dat is jammer, want het zorgt ervoor dat de bespiegelende en licht ironische verteller in Tromp op de achtergrond verdwijnt.
In een interview stelt Elfie Tromp dat Underdog over ‘de maakbaarheid van het leven’ gaat. Dat is een brede armzwaai om dit vele kanten uitspringende verhaal te omschrijven. De gemankeerde kinderwens van Adelien zou een verwijzing kunnen zijn, net als de veilige beslotenheid van Reins beeldschermleven. Maar Tromp doelt vooral op de gekunstelde wereld van de hondenfokkerij, waar de omgang met erfelijkheid en voortplanting door mensen wordt gestuurd en door commercie wordt gedreven. Dat bepalende decor drukt een iets te groot stempel op het verloop van deze verder goed geschreven roman.