Degelijk en volledig maar ietwat droog
Over Ronald Reagan zijn enorm veel boeken geschreven. Voor een groot deel zijn dat halve hagiografieën. Historicus Henry William Brands voegt daar een dikke, wetenschappelijke biografie aan toe.
Weinig Amerikaanse presidenten roepen zoveel tegenstrijdige emoties op als Ronald Reagan. Door links wordt hij verguisd als de wegbereider van het neoliberalisme dat met lagere belastingen en deregulering de oorzaak is van toenemende ongelijkheid, torenhoge staatsschulden en de financiële crisis. Door rechts wordt hij vereerd als een halfgod. De Republikeinse voorverkiezingen zijn al jaren niet veel meer dan een wedstrijdje ‘wie het meest op Reagan lijkt’.
Van die politieke gevoeligheid merk je in Brands’ nieuwste biografie niets. Het is een en al zakelijkheid. Dat kun je aan Brands wel overlaten: hij beschrijft liever dan dat hij beoordeelt. Dat laatste laat hij aan de lezer over.
Humor
Ondanks Brands’ droge beschrijving is het tijdens het lezen van dit boek moeilijk om géén sympathie voor Reagan te krijgen. Zelfs op de meest onverwachte momenten wist Reagan gebruik te maken van zijn gevoel voor humor. Nadat hij was neergeschoten en met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht, zei hij tegen de artsen die op het punt stonden hem te opereren:
“Ik hoop dat jullie allemaal Republikeinen zijn.”
Dit is maar één voorbeeld van de vele grappen van Reagan die Brands heeft opgeschreven. Reagan gebruikte zijn gevoel voor humor vaak voor politieke doeleinden. Hij was er namelijk van overtuigd dat mensen makkelijker te overtuigen waren als je ze aan het lachen maakte.
Aandacht
Dat was misschien wel Reagans voornaamste talent: het vermogen een publiek weten te bespelen. Als kind ontdekte hij dat hij genoot van de aandacht van het publiek. Als zoon van een alcoholistische vader met losse handjes, kwam de aandacht en het applaus dat hij eens na een toneelstukje kreeg als een verademing.
Reagan bleef heel zijn verdere leven het publiek zoeken: als sportverslaggever op de radio, als filmacteur in Hollywood, als woordvoerder voor het bedrijf General Electric en uiteindelijk als politicus. Volgens Brands ging Reagan niet de politiek in voor de macht, zoals veel van zijn voorgangers, maar voor de aandacht:
“Hij wilde de aandacht en het applaus waarnaar hij als kind was gaan smachten. Hij wilde een podium. Hij wilde altijd een podium.”
Zijn sterke performances en zijn verleden als acteur werden door critici ook vaak tegen hem gebruikt. Volgens Brands sloegen zij de plank volledig mis. “Reagan acteerde niet als hij sprak; hij ontleende zijn retorische kracht aan het feit dat hij met hart en ziel geloofde in alle fantastische eigenschappen die hij de Verenigde Staten en het Amerikaanse volk toedichtte.”
Simpel
Reagan kon zo helder en overtuigend spreken, omdat zijn politieke visie ook vrij helder en simpel was. Hij had twee doelen. Het terugdringen van de overheid in het binnenland en het verslaan van het communisme in het buitenland.
Op die twee kernbeginselen kwam hij telkens terug. Hij wist ze dan ook kernachtig te formuleren. Tijdens zijn inauguratiespeech zette hij een tot dan toe dominante politieke visie op zijn kop: “De overheid is niet de oplossing, de overheid is het probleem.”
Reagan stelde voor eerst de belastingen te verlagen om zo de overheid te dwingen te bezuinigen. Zijn tactiek had echter geen succes. De belastingverlagingen kwamen er wel maar ondanks de verminderde inkomsten, lukte het Reagan niet genoeg te bezuinigen. Gevolg: het begrotingstekort en de staatsschuld liepen op. Gedeeltelijk had dat te maken met het feit dat de Democraten in het Huis van Afgevaardigden weigerden in te stemmen met de bezuinigingspakketten. Voor een ander deel lag het aan Reagan zelf.
Strijdbaar
Er was namelijk één terrein waarop Reagan niet wilde bezuinigen: defensie. Sterker nog, de budgetten voor het defensieapparaat moesten omhoog. Voor Reagan was meer geld voor defensie een onderdeel van zijn tweede kernprincipe – het verslaan van het communisme – en daarmee onbespreekbaar.
Ook zijn visie op de Koude Oorlog wist hij namelijk kernachtig te formuleren:
“Wij winnen, zij verliezen.”
Dat mag in eerste instantie als een dooddoener klinken, dat was het niet. Terwijl zijn voorgangers er alles aan deden om een confrontatie met de Sovjet-Unie te voorkomen, zocht Reagan die juist op. Hij was ervan overtuigd dat de Koude Oorlog te winnen was – een idee dat in Amerika en de rest van de wereld veel weerstand opriep.
In plaats van de wapenwedloop te stoppen, wilde Reagan deze juist opvoeren. Niet omdat hij uit was op oorlog, maar omdat hij ervan overtuigd was dat de Sovjet-Unie zo’n nieuwe wapenwedloop zich economisch gezien niet kon veroorloven. Door zich bereid te tonen een nieuwe wapenwedloop te starten, dwong Reagan Moskou naar de onderhandelingstafel. De wapenwedloop was het middel, wapenvermindering het doel.
Winnen
En zo geschiedde. Samen met de Sovjet-leider Michail Gorbatsjov werd de grond gelegd voor de akkoorden die uiteindelijk onder Reagans opvolger, George Bush, werden getekend. Ondanks de onderhandelingen bleef Reagan in het openbaar de Sovjets moreel onder druk zetten om vrijheid toe te staan. Zijn befaamde oproep aan Gorbatsjov om de Berlijnse Muur neer te halen, was daarvan wellicht het hoogtepunt.
Brands concludeert dat Reagan in zijn eerste doelstelling maar half is geslaagd: hij wist de overheid te verkleinen maar liet daarbij de staatsschuld enorm oplopen. Maar zijn tweede doelstelling heeft hij bereikt: dat de Sovjet-Unie ophield te bestaan, was voor een groot deel te danken aan Reagans politiek.
Taai
Tot zulke conclusies komt Brands pas in het slotwoord. En ook daar blijft hij voorzichtig zijn mening aan de lezer op te dringen. Wellicht is hij daarbij te voorzichtig geweest, wat het boek van 800 pagina’s, behalve degelijk, ook een beetje droog maakt.
Wellicht als compensatie voor die droogheid en om wat spanning te creëren, hebben veel hoofdstukken een open einde. Dat pakt niet zo goed uit. Omdat hij tal van verschillende onderwerpen door elkaar heen behandelt (van belastinghervormingen tot onderhandelingen over gijzelaars), komt hij op zo’n open einde pas weer een aantal hoofdstukken later terug. Eerder dan voor spanning zorgt dat voor verwarring.
Vrijheid
Desalniettemin wordt uit het boek duidelijk dat Reagan een enorme stempel heeft gedrukt op de wereldgeschiedenis. Op het moment dat hij het Witte Huis verliet, was dat nog niet helemaal duidelijk. Maar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie begon het Amerikaanse volk hem meer te waarderen en is een groot deel van de Amerikanen nóg meer van hem gaan houden. En die liefde was wederzijds: Reagan hield van het Amerikaanse volk en vertrouwde erop dat het alleen vrijheid nodig had om te kunnen floreren. Zijn liefde voor vrijheid kwam voort uit het geloof en vertrouwen in de goedheid van de mens. Wellicht vormde dat bij uitstek de grondslag van zijn politieke visie.