De eenvoudige geschiedenis van Europa
De ‘Europese gedachte’ is niet na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Al bijna twee eeuwen daarvoor doen intellectuelen oproepen tot iets als een Europese federatie of statenbond. In 1929 was het echter bijna zover dat deze droom werkelijkheid kon worden, betoogt schrijver en kunsthistoricus Wim de Wagt.
Wanneer Hendrik Colijn, op dat moment parlementariër (en even geen premier van Nederland), in januari 1931 een lezing houdt over Europese samenwerking, zit de in oktober 1929 overleden Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Gustav Stresemann, zogenaamd in de zaal. Dit is de paradox van Wim de Wagts nieuwe boek Wij Europeanen: zijn grootste troef, en zijn grootste zwakte.
In Wij Europeanen volgt De Wagt de inspanningen van enkele vooraanstaande Europeanen in de jaren twintig van de vorige eeuw om Europese samenwerking van de grond te krijgen. Het ging deze jaren om een Verenigde Staten van Europa, of anders een Pan-Europese Unie. De hoofdrolspelers waren de Oostenrijks-Hongaarse graaf Richard Coudenhove-Kalergi, na de Eerste Wereldoorlog van zijn thuisland beroofd, en nu Tsjecho-Slovaak, de Franse staatsman Aristide Briand en de Duitse Stresemann. In kleine vignetjes volgen we Robert Peereboom, hoofdredacteur van het Haarlem’s Dagblad.
Eerder een literair essay
De Wagt heeft vooral portretten van deze personen willen schrijven, minibiografieën. Wat dachten zij, wat heeft hen bewogen? Waarom deden ze wat ze deden? Wie waren deze Europeanen? Deze keuze valt te begrijpen en werpt zeker ook zijn vruchten af. Maar wat buiten zicht blijft zijn de grotere historische processen. Dat maakt het boek eerder tot een literair essay dan een geschiedenisboek.
Zo is één van de rode draden in dit boek het Duitse verzet tegen de in Versailles overeen gekomen afspraken: de veel te hoge herstelbetalingen die het land na de Eerste Wereldoorlog aan onder andere Frankrijk en Groot-Brittannië moet betalen, het verlies van economisch belangrijke gebieden. Daarmee verbonden is de algemene malaise in Duitsland. De economie was zwak, net als het politieke systeem van de Weimarrepubliek en de inflatie vaak torenhoog. Daarnaast waren er zorgen over de stad Danzig, van Duitsland gescheiden door Polen, en in Tsjecho-Slowakije levende Duitsers. Kortom: ontevredenheid over de Duitse identiteit en waardigheid.
In Wij Europeanen wordt deze grotere geschiedenis onvoldoende voor het voetlicht gebracht. De Wagt refereert enkele malen aan de moord op Walter Rathenau, en aan het einde van Stresemanns leven roert Adolf Hitler zich. Het blijven echter incidenten. Ook leert de lezer weinig over de positie van bijvoorbeeld Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie. Wij Europeanen is een geschiedenis van een aantal figuren, waarvan nooit helemaal duidelijk wordt of hun ideeën door een bredere politieke elite gedragen worden.
Te simpel
Maar dan De Wagts troef: een wat-als-geschiedenis, gebaseerd op het idee dat Stresemann op 3 oktober 1929 niet overlijdt als gevolg van twee beroertes, maar er na winterrust in Egypte weer bovenop komt. In deze geschiedenis reist niet Briand naar Berlijn voor een begrafenis, maar gaat Stresemann in 1932 naar Parijs wanneer zijn Franse vriend is overleden. In deze geschiedenis wordt Stresemann in datzelfde jaar rijkspresident en weet de nazi’s voldoende in te dammen. De Tweede Wereldoorlog vindt nooit plaats, Holocaust vindt nooit plaats.
Dit is echter te simpel. De Wagt laat alles afhangen van de aanwezigheid van Stresemann. Maar is dat terecht? Had deze man zoveel macht en invloed dat hij de Tweede Wereldoorlog zou hebben kunnen tegenhouden? Dat is onwaarschijnlijk. Omdat historische processen en bewegingen geen plaats hebben in Wij Europeanen kan De Wagt deze vragen niet stellen, laat staan er een antwoord op geven.
Het is belangrijk om inzicht te verwerven in de prehistorie van de Europese samenwerking zoals wij die kennen. Uit Wij Europeanen blijkt dat er tachtig jaar geleden al plannen lagen voor een Unie als de huidige. Maar de vraag waarom die plannen nooit werden uitgevoerd, beantwoordt Wim de Wagt uiteindelijk niet. Hij maakt van een complexe geschiedenis een simpel en plat plaatje.