Botsende generaties
De afwezigheid van een kindje, de woorden die niet gesproken worden en het scheppen van afstand – wat uiteindelijk tot een confrontatie leidt.
Truus Rozemond debuteerde in 2015 met Een verwaarloosd huis, een boek over mantelzorg. Inmiddels is haar tweede roman bij uitgeverij Magonia verschenen. Tussenruimte is een psychologische roman over familie, verlies en vervreemding.
In Tussenruimte laat Rozemond afwisselend twee mensen aan het woord: Egbert en zijn moeder Mieke. Egbert en Mieke hebben een moeizame relatie. Naarmate het verhaal vordert, komt de lezer steeds meer te weten over de achtergrond van deze personages. De beweegredenen van beiden komen aan bod en de lezer leert, door de interessante, uitgebreide gedachtegangen te volgen, twee kanten van het conflict kennen. Is er een schuldige aan te wijzen? Wat verbergt Mieke?
Het scheppen van afstand
Rozemond heeft goed gebruik gemaakt van haar kennis als psycholoog. De relatie tussen Egbert en Mieke staat centraal. Hierin zit een bepaalde afstand, die terugkomt in de titel, waar goed is over nagedacht. In het nawoord legt Rozemond uit waar ze dit vandaan heeft: ‘De titel Tussenruimte ontleen ik aan Martin Buber. Dit begrip komt uit zijn boek Ich und du uit 1923. Tussenruimte verwijst naar een beleving van ruimte en tijd in een ontmoeting waarin we werkelijk “zijn met de ander”.’
Een duidelijk moment van het creëren van deze afstand is wanneer Egbert zijn relatie met Anja, zijn vrouw, verbreekt, tot groot ongenoegen van zijn moeder. Mieke was erg gesteld op Anja en is het niet eens met zijn keuze. Een ander moment is wanneer het eerste kindje van Egbert en zijn nieuwe vriendin Annelies dood wordt geboren. Egbert mist de steun van zijn ouders, die niet genoeg begrip kunnen opbrengen voor dit verlies.
Egbert en Annelies krijgen hierna nog twee kinderen, die hun oma en opa van vaders kant nauwelijks leren kennen. Het gemis van het verloren kindje is nog steeds voelbaar en de kloof tussen Egbert en Mieke wordt steeds groter.
Wanneer Mieke een toenaderingspoging doet en haar zoon, schoondochter en kleinkinderen uitnodigt om bij haar vakantiehuisje in Lanzarote langs te komen, lopen de gemoederen hoog op. Egbert zal een manier moeten vinden om met zijn ouders om te gaan. Dit zet zijn relaties met beide vrouwen, Mieke en Annelies, op het spel.
Wat mooi is om te zien, is dat de personages een ontwikkeling doormaken. De lezer leeft met zowel Egbert als Mieke mee en het is niet eenvoudig om partij te kiezen. Dat hoeft gelukkig ook niet. Er is geen sprake van een ‘goed’ of een ‘slecht’ personage; voor beide standpunten valt wat te zeggen en zowel Mieke als Egbert begaat stommiteiten. Dit zorgt ervoor dat je als lezer je eigen familie onder de loep neemt.
Vluchten voor je problemen
Egbert vlucht, zowel letterlijk als figuurlijk. Hij kan geen rust vinden en de frustratie lijkt hem op te breken. Ondertussen probeert Annelies te schipperen tussen Egbert en zijn ouders, terwijl de kinderen het naar hun zin lijken te hebben. Gaandeweg merkt Egbert dat hij eerst wat moet breken voordat het helen kan beginnen. Mieke schuift de schuld van haar gedrag af naar haar moeder, maar begint langzaamaan haar zoon steeds meer te begrijpen. Is de toenadering nog haalbaar, of is het te laat?
Rozemond heeft een paar gedichten in het boek opgenomen, die de emoties van de figuren weergeven. Ze kan naast schrijven ook dichten en het combineren van deze vormen geeft een extra dimensie aan het verhaal; de gedichten zijn als cadeautjes tussen de hoofdstukken door.
Tussenruimte is een zeer boeiende roman die goed ingaat op de psychologische ontwikkelingen van de personages, die ingewikkelde relaties met elkaar hebben. Een verhaal met diepgang.