Alles draait om de McGuffin
Neem eens even de tijd voor Wu Ming. Een Italiaans schrijverscollectief bestaande uit vijf personen, met de namen Wu Ming 1, 2, 3, 4 en 5. Wu Ming is Chinees voor ‘anoniem’ en op de foto willen ze ook niet. Wat willen ze dan? Dat je hun boek leest, waarschijnlijk. 54 heet het, en het gaat over Italië in 1954. Het jaar dat daar het televisietoestel zijn intrede deed.
In 54 is dan ook een rol weggelegd voor een televisietoestel. Het is een McGuffin Electric Deluxe, die van hot naar her wordt gesleept en steeds een bespiegelend commentaar geeft op zijn lotgevallen. Toevallig is McGuffin ook een term die (waarschijnlijk) door Hitchcock is bedacht als naam voor een manier om een verhaal op gang te krijgen: iedereen wil de McGuffin (een koffer geld, geheimen of andere duistere zaken) hebben, maar dat loopt telkens mis. Wat wil het toeval? In 54 heet de McGuffin niet alleen McGuffin, het is ook nog eens een McGuffin.
Spoor
Maar de tv is niet de hoofdpersoon. Dat is Robespierre. En Salvatore Pagano. En Steve Cement. En Tito. En Cary Grant. En nog een aantal personen. 54 zit er vol mee. Het grote plus- en tegelijk minpunt van het boek is dat er zoveel verschillende verhaallijnen zijn. De zeshonderd pagina’s zijn ruim voldoende om alle personages kleurig en gedetailleerd te beschrijven en dat geeft het boek een ongekende levendigheid en diepte, maar in de kluwen namen en verwikkelingen raakt de lezer het spoor nogal eens bijster. Alle verhaallijnen blijken uiteindelijk iets met elkaar te maken hebben, wat technisch een prachtig hoogstandje is. Maar op ruim driekwart van het boek is het af en toe verleidelijk om snel vooruit te bladeren om te kijken hoe al die figuren toch in ’s hemelsnaam bij elkaar komen.Cary Grant als spion
De beste verhaallijn is die van Cary Grant. De Hollywoodacteur is in dit boek een spion voor MI6, de Britse geheime dienst. Hij moet maarschalk Tito, communistisch leider van Joegoslavië, overhalen een film te maken. Vol vaart en met verve raakt Grant verzeild in een spionagecomplot met absurdistische trekjes. En het mooie is ook nog dat je bijna begint te geloven dat het werkelijk gebeurd is. De mannen achter Wu Ming hebben alle eindjes zo aan elkaar gebreid dat er voor hun theorie geen duidelijke ontkrachtingen aanwezig zijn. Het zou zomaar waar kunnen zijn!
Gentlemen-sfeer
54 zit goed in elkaar en bevat vaart, humor, actie, liefde, acteurs, politiek, spionage en de McGuffin. Het lijkt de ideale roman. In hoeverre dit het werk van vijf Wu Mings is geweest, is niet helemaal duidelijk, maar het is wel te merken dat verschillende stukken in verschillende stijlen zijn geschreven. Waar gangsterhuurling Steve Cement aan bod komt is een andere Wu Ming aan het werk, want zijn hoofdstukken zijn ruw opgeschreven, zonder details en met veel innerlijke monoloog, waardoor soms niet eens duidelijk wordt over wie het hoofdstuk precies gaat. De stukken over de jonge Italiaan Robespierre getuigen van een gevoel voor dramatiek. De hoofdstukken over Grant zijn helder, spitsvondig en verfijnd. De hoofdstukken waarin Grant kennismaakt met zijn tijdelijke dubbelganger en deze keurt en controleert, zijn erg leuk om te lezen, vooral omdat de gentleman-sfeer van de jaren vijftig uit die oude films er zo herkenbaar in is.
‘Neemt u mij niet kwalijk, mister Bondurant, maar met deze manier van lopen zou u zelf vanuit de verste verte niet lijken op Cary Grant. En vroeg of laat zouden uw schoenen eruit zien alsof ze in de vuilnisbak horen.’
‘Wat? Mijn schoenen? Dat begrijp ik niet, mister Grant.’
Hij sprak met een onmogelijk accent, met een nasale brouw-r, en de kraag van zijn jasje bedekte het boord van zijn overhemd.
Op de bank
In 54 herleven de jaren vijftig. Het boek is met zijn ruim 600 pagina’s geen project voor tussendoor. Een voorproefje zal misschien ook tot niets leiden, omdat de eerste vijftig pagina’s wat rommelig zijn. Maar wie daar doorheen leest, heeft met 54 een bijzonder boek in handen. Een boek, dat je trouwens in zijn geheel kunt downloaden van de site van Wu Ming, omdat de formatie tegen copyright is. Maar voor vele avonden knus op de bank is een boek handzamer dan een beeldscherm…