Een serieus te nemen pulpfilmer
Tom Mes is een van de weinige critici die de Japanse regisseur Takashi Miike serieus neemt. De meeste van Miikes aanhangers houden immers van zijn films om precies dezelfde basale redenen dat zijn tegenstanders ze verafschuwen: het ‘ultrageweld’ en het doorbreken van alle denkbare taboes. Maar wie meer dan één van Miikes films gezien heeft, weet wel dat er meer bij komt kijken dan sensationele seks en geweld.
Mes legt in dit lijvige boek haarfijn uit waarom. Hij ontwaart zelfs een intellectuele ‘auteursstem’ die steevast een aantal motieven en thema’s in zijn films terug laat keren. Miikes karakters, meent Mes, missen altijd een basis, of die nu psychisch, fysisch, metafysisch of geografisch is, en dit gemis uit zich in geweld. Dat Miike zulke thematiek hanteert is niet zo verrassend of opmerkelijk, dat ze in zijn oeuvre zo consequent en evident terugkeert wel.
Scene uit Audition |
Genreklussen
Miike is namelijk een notoire veelfilmer (de teller is inmiddels de 60 gepasseerd) die tot voor kort nog nooit een eigen film geschreven had: hij wordt ingehuurd om een klus te doen, meestal binnen het actie- en misdaadgenre. Zo heeft hij aan het begin van zijn carrière een aardige hoeveelheid pulpfilms voor de videomarkt in elkaar gedraaid, en weet hij ook nu nog al gauw een film of vijf per jaar te voltooien. Dat kan alleen een regisseur die nooit een aangeboden project afwijst. Pragmatische workaholics zijn, zeker in Japan, geen uitzondering in de filmwereld, maar een regisseur die een oeuvre heeft opgebouwd dat even omvangrijk als intellectueel interessant is, is moeilijk denkbaar.
Het grootste gedeelte van het boek is dan ook besteed aan een nuchtere analyse van Miikes films. De oude (volgens Mes vaak waardeloze) videofilms, een melancholieke boeventrilogie, een Robocop–ripoff, Miikes meesterwerk Audition, ze worden allemaal op een zakelijke en deskundige manier belicht. Zo biedt Mes de enige plausibele verklaring voor de cryptische slotscène van Ichi the Killer, gaat hij als eerste (en voorlopig enige) in op Miikes allereerste films, en ontwaart hij een intellectueel spel met vorm en inhoud in de overdonderende Dead or Alive-films.
Scene uit Dead or Alive |
Naslagwerk
Mes weet waar hij het over heeft: vorm, inhoud, achtergronden, details en ontvangst in het thuisland komen aan de orde. Dit maakt van Agitator een uitputtend boek, aan de ene kant waardevol omdat het letterlijk alles behandelt wat Miike ooit gemaakt heeft, aan de andere kant is het dusdanig droge en gedetailleerde kost dat het onmogelijk is het ononderbroken te lezen. Het laat zich dan ook het best gebruiken als naslagwerk. De filmanalyses zijn aangevuld met talrijk fotomateriaal, een interessant interview met Miike, een kort biografisch hoofdstuk, en een overbodige vertaling van Miikes dagboeken bij het maken van Ichi the Killer.
Mes mag dan trouwens hebben bewezen dat er in Miike een unieke cineast schuilt, de Japanner zelf ontkent zulke veronderstellingen hardnekkig. “I don’t like effort,” stelt hij wanneer hem gevraagd wordt waarom hij regisseur is. Vanuit je stoel andere mensen laten werken, omdat dit het gemakkelijkst afgaat. Valse bescheidenheid of gevoel voor humor? Miike lacht in ieder geval het laatst.
Agitator: the Cinema of Takashi Miike verscheen onlangs in herziene uitgave, met extra fotomateriaal en een bijgewerkte filmografie, die in het ontvangen recensie-exemplaar echter ontbreekt.