Boeken / Non-fictie

Auteur overstemt jazz

recensie: Rob van Scheers - De jazz parade

Als je een beetje om jazz geeft, veer je wel even op bij een boektitel als De Jazz Parade – een verborgen geschiedenis van New Orleans, onthuld door Rob van Scheers (1959). Met nu al opgewarmde oortjes zet je je aan het lezen. Maar eerst even de achterflap voor enige waarheidsvinding.

Van Scheers blijkt geen kleine jongen in het publicitaire: cultuurreporter bij Elsevier, biograaf van cineast Paul Verhoeven en co-auteur van diens Jezus van Nazareth, auteur van De Grote Parade, De kleine parade en Elvis in Nederland. Ook dat wekt verwachtingen, al trek je even je wenkbrauwen op bij het snelle begrip ‘cultuurreporter’. Je kunt reporter zijn van een binnenbrandje of een rivier die buiten zijn oevers treedt, van een gebeurtenis kortom. Maar kennelijk moeten we hier cultuur tot een blote gebeurtenis uitkleden.

Even hoor…!
Jazz? Op de eerste pagina de beste bekent Van Scheers dat hij schrijft uit verbijstering over de chaotische nasleep van orkaan Katrina en meer nog over de wijze waarop destijds door de rampreporter New Orleans werd geschetst. Hij citeert een handjevol zogenaamd huiveringwekkende voorbeelden, waarover voorts: ‘…het stond er écht – en ik dacht: even hoor…! – zijn die deftige duiders aller dingen weleens werkelijk van achter hun bureau vandaan gekomen om New Orleans te toetsen? Eerlijk gezegd vreesde ik van niet, nee.’

Dit citaat is meteen een voorbeeld uit vele van de stijl van schrijven die onze cultuurreporter uit zijn pen laat lekken. Het is alsof hij pal tegenover je gezellig aan de babbel is. Als je daar als eenzelvige lezer en nog jazzliefhebber bovendien allergisch voor bent, is de minder gewenste toon gezet. Ben je er daarentegen verzot op, dan krijg je op de best denkbare wijze een verrassend en geestdriftig beeld van de verborgen geschiedenis van New Orleans, stad die op alle pagina’s zindert dankzij een onovertroffen parlando-schriftuur.

Schetsjes
Van Scheers had dus iets tegen de wijze waarop destijds het geadoreerde New Orleans werd geschetst. Maar als er íemand met de losse pols aan het schetsen is, dan Van Scheers wel. Hij zegt het nota bene zelf: hij onderneemt een poging de culturele betekenis van de stad (muzikaal, literair, architectonisch en culinair) voor heden en verleden te schetsen. Daar knapt de ongelukkige stad niet van op.

Het boek telt zegge en schrijve 150 historisch en actueel gedateerde schetsjes, uitgesmeerd over 274 pagina’s. Rekenkundig alleen al belooft dat de diepgang van een boerensloot. Trek daar nog alle ruimte af die gevuld is met de ook al schetsmatige, ofschoon best knappe illustraties van Nico Heilijgers, dan hou je de diepgang over van een regenplas. Voorts hebben we nog 21 willekeurig ingevulde lijstjes voor muziekliefhebbers. Het geheel doet aan als een kladversie die een strakker en daardoor beter boek had kunnen opleveren. Wat interessant is of dreigt te worden verzandt al te vaak in het stemgeluid van de kletsmajoor die hier onze tourleider is. Verwacht niet dat zijn informatie ook maar ergens beklijvend samenpakt, want die waaiert alleen maar uit, als de opgewekte klanken van een armetierig combo’tje in de openlucht.

Fait divers
We worden met veel faits divers aangaande Van Scheers zelve opgescheept. Waar hij loopt, wat hij ziet, waar en wat hij daar eet, wie hij her en der ontmoet, babbeltjes met dees en geen, dat zijn liefje S. uit zijn intieme leven voorgoed vertrok ‘met een man die ik kende, ik was nog op zijn vorige bruiloft in een Limburgs kasteeltje geweest.’ Hier spreekt een ego dat denkt dat wij hem reusachtig interessant vinden en vast wel vriendjes van hem willen worden.

Het uitgebreide register brengt je op het idee het boek dan maar als naslag te gebruiken. Maar op verreweg de meeste namen volgt slechts één paginavermelding. Weinig meer dan name-dropping. Een enkeling krijgt wat meer aandacht, zoals Professor Longhair en Allen Toussaint, maar niet op zo’n manier dat die meer voor je gaan leven dan… inderdaad: Rob van Scheers.

Het boek leent zich er goed voor om het met een grote glimlach weg te geven aan iemand die je toch al niet graag mocht. Om dan eindelijk, eindelijk een lekker jazzplaatje op te zetten.