Goebbels was als een blad in de wind
Joseph Goebbels (1897-1945) zag zichzelf als de briljante propagandist van de nazi’s. Peter Longerich (1955), hoogleraar moderne geschiedenis aan de University of London, nuanceert vakkundig Goebbels’ zelfgecreëerde mythe.
‘Ik kan niet meer tegen de pijn. Ik moet de bitterheid van me af schrijven. Else geeft me een boek voor dagelijks gebruik. Op 17 oktober begin ik dus mijn dagboek.’ Goebbels, gepromoveerd doctor in de filosofie, maar als schrijver en journalist volledig mislukt, gebruikt zijn dagboeken tussen 1924 en 1945 om zijn geknakte ego op te vijzelen. Door zijn hoge positie binnen het naziregime vormen Goebbels’ dagboeken voor historici een onschatbare bron om de nationaalsocialistische machtsstructuur te kunnen duiden.
Man zonder visie
Longerich zorgt door publicaties als Davon haben wir nichts gewusst! (2006) en de fantastische biografie over het hoofd van de SS Heinrich Himmler (2009) steevast voor discussie. In zijn nieuwste biografie is Goebbels’ totale gebrek aan een eigen politieke visie opvallend. Toen de stuurloze en depressieve Goebbels in Hitler een nieuwe verlosser vond, spiegelde hij zichzelf razendsnel aan zijn Führer. De liefde voor Rusland liet Goebbels na lezing van Mein Kampf varen en op cultureel gebied ontwikkelde hij precies dezelfde smaak als Hitler. Longerich noemt deze versmelting met zijn idool het ultieme bewijs voor Goebbels’ narcistische stoornis.
Deze narcistische zelfoverschatting vormt in het geweldig geschreven verhaal de rode draad. In het begin had Goebbels nog enige vorm van zelfkritiek, maar na zijn benoeming tot minister van Propaganda in 1933, dienden zijn dagboeken louter als lofzang op zijn eigen succes. De talrijke persoonlijke nederlagen, wanneer Hitler hem weer eens aan het lijntje hield, schoof hij simpelweg terzijde. Eén opbeurend gesprek met Hitler was voldoende om Goebbels verder in toom te houden.
Glashelder beschrijft Longerich dat Goebbels in werkelijkheid zijn macht als minister van Propaganda met anderen moest delen. Op het terrein van de buitenlandse politiek speelde Goebbels slechts een bijrol. Bovendien mislukte de gelijkschakeling van het Duitse muziek- en theaterleven jammerlijk. En Goebbels’ greep op de filmindustrie leverde – behoudens uitzonderingen – geen hoogwaardige politieke (oorlogs)propaganda op, maar verzandde uiteindelijk in plat amusement.
D
riehoeksverhouding
Voor Goebbels’ politieke carrière was de driehoeksverhouding tussen Hitler, Goebbels en zijn vrouw Magda cruciaal. Vanaf het moment dat Hitler in 1931 goedkeuring aan het huwelijk gaf, was Hitler vast onderdeel van het gezin Goebbels en genoot Magda de status van first lady van het Derde Rijk. Maar wanneer het stel even geen toegang tot Hitler had, raakte het direct in een depressie. Voor Longerich illustreert dit de volledige psychologische afhankelijkheid van Hitler.
Tegelijkertijd werkte Hitlers voortdurende aanwezigheid in Goebbels’ privéleven verstikkend. Goebbels was trots op het feit dat Hitler alleen met hem echt intieme gesprekken voerde, maar door Hitlers bemoeienissen bood het gezin voor Goebbels geen beschermende privéomgeving meer. Toen Goebbels in 1938 van Magda wilde scheiden, verbood Hitler hem dat nadrukkelijk, omdat hij daarmee zijn positie én zijn politieke carrière op het spel zette.
Weinig afstand
In de laatste twee delen van zijn biografie gebruikt de auteur zijn analyse van de opbouw en werking van het propaganda-apparaat als een soort spiegel waarvoor Goebbels zijn narcisme kon ontplooien. Daarin is Longerich te ver doorgeschoten. Aan de hand van het notenapparaat kun je goed zien hoe weinig afstand Longerich neemt van het beeld dat Goebbels van zichzelf construeerde. De weergave van Goebbels’ lyrische reacties op zijn eigen publicaties zijn weliswaar mooi, maar zeggen niets over de vraag hoe tijdgenoten deze brulaap voor de machtsovername werkelijk zagen. Ook ontbreken de reacties van het Duitse volk op zijn vele seksuele uitspattingen. En werd Goebbels nu werkelijk met enthousiasme ontvangen door slachtoffers van de bommenoorlog? Het blijft onbesproken.
Longerichs imposante studie is daarom geen kritische reflectie op Goebbels, maar zweeft ergens tussen een becommentarieerd egodocument en een algemene geschiedenis van het nationaalsocialisme op basis van dagboekaantekeningen in.