Boeken / Non-fictie

Liever nóóit een recessie meer

recensie: Paul Krugman (vert. Fred Hendriks) - Stop deze depressie nu

Nu de geldcrisis sinds 2008 maar voortduurt, vullen economen hun gat in de boekenmarkt. Niet alleen in de pers draagt de ene na de andere hooggeleerde de ultieme oplossing aan, ook van kaft tot kaft weten zij hun zegje te doen. De Occupyachtige titel Stop deze depressie nu is van bovenmeester Paul Krugman.

Krugman, docent aan Princeton, was in 2008 Nobelprijswinnaar. Net als de winnaars voor en na hem beschrijft hij economieën. Tot sint-juttemis zullen die geanalyseerd worden voordat een briljante oplossing daagt die zo veel hout snijdt dat de politiek niet anders kan dan er oren naar hebben. Economie (door Krugman als ‘een gespecialiseerde tak van de statistiek’ afgedaan) is nu eenmaal een wetenschap tussen aanhalingstekens: de diagnose kan in een wip worden gesteld, over de remedie bestaat geen consensus en genezing is tijdelijk. We weten allemaal dat dat komt door onze oerdrift meer te willen bezitten dan de ander. Overheden laten ongeveer systematisch na om stokjes te steken voor excessen. Met rampzalige gevolgen van dien waar de kranten vol mee staan.

Balanceren
Het IMF heeft tussen 1978 en 2009, meldt Krugman, 173 gevallen bestudeerd van fiscaal bezuinigingsbeleid in ontwikkelde landen. Bezuinigingsbeleid, een IMF-credo, werd gevolgd door economische krimp en hogere werkeloosheid. Maar zou beleid niet moeten balanceren tussen bezuinigen en uitgeven, afhankelijk van de eigenaardigheden per land? Dat kan ook al niet heel anders omdat in een democratie nu eenmaal met veel uiteenlopende belangen rekening gehouden moet worden. Met een kabinet VVD en PvdA ligt die balans weer anders dan onder Rutte I. Een dictator heeft het makkelijker, ook iemand als de uitbundig herkozen socialist Chávez in olierijk Venezuela.

Waar politici op tv zich laten dwingen in luttele minuten hun opvattingen te verduidelijken, daar neemt Krugman 250 pagina’s. Zijn conclusies, in de kern weinig meer dan twee of drie stuks, wapperen boven een fundament van statistieken, terugblikken en theorieën. Hij probeert een stijl te hanteren die iets heeft van een vlotte babbel en toegankelijkheid suggereert. Maar de professor lijkt geen benul te hebben van wat in de weg staat om hem van a tot z te begrijpen. Op iedere vaststelling en bewering laat hij weer andere vaststellingen en beweringen volgen die er logisch uit schijnen te moeten voortvloeien. Dit zal veel lezers toch het bos in sturen. Blijft ook de vraag of Krugman gelijk heeft in wat hij beweert. Weerwoord van tegenvoeters ontbreekt en je weet niet in welke mate hij tegenargumenten naar zijn hand zet.

Mantra
Het boek van Krugman heeft iets weg van een detective waarvan meteen de ontknoping wordt onthuld. Hij ontpopt zich al in de inleiding tot een neo-keynesiaan: niet alleen maar bezuinigen, maar vooral ook investeren. Geld moet rollen. Hij is hierin niet uniek: dat deuntje is in alle media tot een mantra verworden. De politiek wil maar niet naar de gestaafde bewijzen van de economen luisteren, aldus Krugman. Maar zijn verreweg de meeste economen, ook zij die politici adviseren en bij financiële instellingen werkzaam zijn, echt volgelingen van Keynes, zoals Krugman beweert? Of ontkomen zij er niet aan het woord te spreken van wie ze het dikbelegde brood eten?

Intussen bieden de colleges die Krugman ten beste geeft genoeg interessante stof, bijvoorbeeld dat de politiek conservatieven die het voor de rijkaards opnemen sinds jaar en dag aan een keynesfobie lijden. Nog na de oorlog werden, met name in Amerika, studieboeken waarin Keynes behandeld van universiteiten geweerd. Nog onlangs riep het tijdschrift Human Events Keynes’ General Theory uit tot net zo’n schadelijk boek als Mein Kampf en Das Kapital. Overheidsbemoeienis werkt in menige democratie nog steeds als een socialistische lap op een stier. Zo is de markt nagenoeg vogelvrij.

De leek wacht op een te vatten uitleg van de Grote Recessie en wat er echt aan gedaan moet worden. Krugman denkt die geschreven te hebben. Het valt te vrezen dat het nauwelijks begrijpelijker kan.