Gatver! Het ware seksleven van een pubermeisje
.
Volwassenen neuken zich suf
Marita gelooft niet dat ze uit haar ‘pleegmoeder’ is gekomen, hoe vaak haar ‘moeder’ ook in geuren en kleuren vertelt over deze pijnlijke bevalling. Nee, Marita is de dochter van een Joodse koning, ‘met een groot kasteel in Israël’. Even heeft ze overwogen dat deze vorst haar (pleeg)moeder zelf bezwangerd heeft, maar ze ziet een koning niet ‘aan de wip gaan met een bloesemtherapeute als mijn moeder toch is’. Bovendien kan ze zich niet eens voorstellen dat haar ‘pleegmoeder’ ooit seks heeft gehad.
Bij navraag antwoordt haar ‘moeder’ tot Marita’s schrik: ‘Alle volwassenen neuken zich (totaal compleet) suf, neem dat maar van een echte (kut)kenner aan!’ Marita wil er niets van weten, maar in de loop der jaren wordt ze een even grote ‘wippert’ als haar ‘pleegmoeder’. En er blijken meer overeenkomsten te zijn. Zo vallen Marita en haar ‘pleegmoeder’ alle twee op mannen met moeilijke ouders, en zijn de ex-vriendinnen van deze mannen op een vreemde wijze aan hun einde gekomen…
Krulletjes en bloemetjes
Emmeriks eerste graphic novel lijkt tot stand te zijn gekomen zonder Tipp-ex of schetsen: veel woorden zijn doorgekrast en andere zijn toegevoegd. Deze manier van werken heeft zijn charme: het levert een gezellig rommeltje op – hoewel het niet bevorderlijk is voor de leesbaarheid. De tekenstijl doet sterk denken aan die van meisjes van veertien jaar; naast het doorkrassen en toevoegen van woorden: dikke stiftlijnen, nauwelijks diepte, veel krulletjes en bloemetjes. Dat resulteert niet alleen in leuke tekeningen, het maakt het verhaal ook sterk door de overeenkomst tussen de tekenstijl en de leeftijd van de verteller.
Maar aangezien de hoofdpersoon gedurende het verhaal ouder wordt, was het overtuigender geweest als de manier van tekenen mee zou evolueren met het volwassen worden van Marita. Daarnaast is het jammer dat Emmerik geen kleur heeft gebruikt in haar tekeningen – waarschijnlijk vanwege de drukkosten. Een mooie kleurentekening, zoals schrijfster en beeldend kunstenares Emmerik die maakt, zou zeker niet misstaan hebben op het omslag.
Kinderlijke charme
Emmeriks tekenstijl is zoals gezegd vrij kinderlijk, en dat is waarschijnlijk de reden dat ze Marita gedurende het hele boek twee pukkels op haar gezicht heeft gegeven: als herkenningspunten. Eén daarvan wordt op de eerste pagina geïntroduceerd als ‘een forse pukkel op mijn linkerwang met een geel puskopje er ook nog bovenop’. De pukkels blijven zitten tot het einde van het boek, als Marita al lang en breed volwassen is.
Dit voorbeeld illustreert de eerdergenoemde kinderlijke charme van het boek: die pukkel kan jarenlang blijven zitten omdat ‘ie daar nu eenmaal zit. Maar het is ook een benadering waarbij, als het verhaal wel zo’n beetje ten einde is, abrupt het ‘eind goed, al goed’ erin wordt gegooid. Niettemin straalt het plezier waarmee Emmerik het boek gemaakt heeft, ervan af. Daarmee is Jummie! een echte aanrader voor liefhebbers van vrolijke vreemde verhalen waarin geen enkel onderwerp geschuwd wordt.