Boeken / Fictie

Denken, praten, voelen

recensie: Maartje Wortel - IJstijd

IJstijd, de tweede roman van Maartje Wortel, is een stijlvolle roman en wordt met humor verteld. Het is een roman over liefde, echtheid en het waarmaken van dromen. Daarnaast lijkt de roman ook nog iets te zeggen over het schrijverschap zelf.

James Dillard, de hoofdpersoon in de roman, zit er warmpjes bij: hij heeft genoeg geld op de bank om de rest van zijn leven in hotels door te kunnen brengen en daar alleen nog het beste en duurste voedsel te consumeren. Hij kan alles doen wat hij wil en er is niets waar hij zich echt zorgen over zou moeten maken, maatschappelijk gezien. Toch is hij angstig en valt er bij hem enig cynisme te bespeuren. Hij heeft het gevoel dat wat hij ook doet, het toch geen verschil maakt, terwijl dat wel iets is waar hij naar lijkt te verlangen. Hij zou wel iemand willen zijn die vol in het leven staat, maar wie?

James wordt met zijn neus op de feiten gedrukt als hij verliefd wordt op Marie, iemand ‘die zich zonder schaamte overgeeft aan zichzelf en daarmee aan anderen’. Marie neemt het leven zoals het komt, met al zijn toevalligheden en onvoorspelbaarheid. Leven is voor haar een gevoel. James daarentegen denkt veel na en gaat ervan uit dat dingen ‘zo hebben moeten zijn’. Hij realiseert zich dat hij om echt te gaan leven niet langer moet nadenken, maar een keer risico’s zal moeten nemen. In de gesprekken tussen James en Marie werkt Wortel deze zoektocht uit tot in de puntjes.

Schrijverschap
Wanneer zijn relatie met Marie geëindigd is, wordt James benaderd door Monica. Zij werkt voor een uitgeverij en vraagt hem een boek te schrijven. James is geen schrijver, maar benut deze kans om er één te worden. De gedachten die zij beiden over het schrijverschap hebben zijn interessant. Wanneer zij zeggen: ‘alle echte schrijvers zijn dood’ en ‘dat alles toch een kopie van een kopie van een kopie is’ lijkt het alsof er van exclusief en creatief schrijverschap geen sprake is.

Monica laat het klinken alsof schrijven iets is wat iedereen zou kunnen doen, zolang de schrijver doet wat de mensen willen: zichzelf kunnen herkennen in de personages. In het licht van de echtheid die James nastreeft en zijn verlangen volop te leven van binnenuit vertegenwoordigt Monica het ‘leven aan de buitenkant’: doen wat men van je verlangt, zonder na te denken over waar je werkelijk van droomt en wat je echt wilt. Of Wortel hiermee iets over de uitgeverswereld wil zeggen, is de vraag.

Dichtbij komen
Wat deze roman zo steengoed maakt is niet eenvoudig te definiëren. Het is veel, erg veel. Het zijn de soms absurde scènes die Wortel zo raak en met droge humor weet uit te beelden, zoals de scene waarin James de kat van Hotel Arena, Zieck III, in zijn koffer ontvoert naar zijn nieuwe onderkomen in een hostel en het maar de vraag is of dat zo goed afloopt voor het dier. Het is haar schrijfstijl, gedetailleerd en rijk aan observatievermogen, zeker wanneer het gaat om het schetsen van het karakter van een personage, zoals hier James’ vader:

Hij bukt voorover, zijn hoofd is vlakbij, hij ruikt naar aftershave en zijn adem ruikt naar sigaretten en ook naar de sinaasappels die mijn moeder voor hem heeft uitgeperst. Als ik opzij kijk zie ik zijn droge lippen, de velletjes en minuscule groefjes, zoals het wad eruitziet bij eb maar dan heel klein, alsof er iets zich in hem heeft weggetrokken.

Het komt ook door de centrale vraag die James zichzelf in de roman stelt en de actualiteit ervan voor de hedendaagse lezer, door het subtiele spel met wat de lezer daarvan in zichzelf herkent in combinatie met de uitspraken over het schrijverschap die de roman bevat.

Maar het belangrijkst is wel de manier waarop Wortel de zoektocht en de worsteling van James schetst in rake beelden. Door de spanning tijdens het inspringen bij touwtje springen, via personen die van elkaar gescheiden zijn door glas en uiteindelijk met het wonen op een door ijs omringd eiland wordt duidelijk hoe lastig het voor James is om zijn leven volop te leven. Wanneer James de sprong waagt, het glas verwijdert en het ijs gesmolten is, pas dan kan hij het leven écht dichtbij laten komen.