Kraai en haas
In hoofdstuk vier van De heilige Rita vindt een moord plaats. Het is een beklemmende, prachtig geschreven scène die symbool staat voor het lot van hoofdpersoon Paul Krüzen. Een kraai doodt een hazenjong, zomaar, omdat hij moet eten, omdat hij sterker is, omdat de natuur onverschillig is voor pijn en angst.
‘Uit de hemel daalde nu een kraai neer, een grote gezonde kraai met een grote gezonde honger. Hij landde op het open veld, vlak bij een verweesde jonge haas, waarvan de moeder in de storm van de machines verloren was geraakt. De kraai zette een paar schommelpasjes, stond stil en schikte zijn veren. Met een schuin oog monsterde hij zijn prooi.’
Ook Paul is verweesd. In zijn kindertijd was uit de hemel een gevluchte sovjetburger neergedaald. Het sproeivliegtuig waarmee de Rus de duizenden kilometers naar het vrije westen had afgelegd stortte neer en Pauls vader redde hem uit het wrak. Maanden later ging de ondankbare vreemdeling er met de vrouw des huizes vandoor.
Sindsdien zijn voor Paul de Russen de gehate en verafschuwde Ander gebleven.
Klassieke splitsing
Pauls moeder heeft hem verlaten – het oeroude dubbele vrouwbeeld van (bereikbare) hoer en (onbereikbare) heilige wordt de rode draad in zijn leven. Zijn seksualiteit ontwaakt bij het zien van de film Emanuelle op tv en de wellust is eigenlijk meteen onhanteerbaar. Ondertussen knutselt Paul een hemelsblauwe fles om tot een rudimentair Mariabeeld en plaatst het in een verlaten boskapel. De Moeder Gods is langgerekt en dun en wordt Maria Anorexia gedoopt.
Opgevoed in een ontspannen, traditioneel katholicisme is het geloof voor Paul een vertrouwd toevluchtsoord, waarin het heilige en het profane hand in hand gaan. Hij houdt van Rita, zijn favoriete hoertje uit Club Pacha, net over de Duitse grens. Haar goedigheid weerspiegelt de ontferming van haar heilige naamgenoot, patrones van de hopeloze gevallen. Een gewone vrouw van zijn eigen leeftijd durft hij niet aan. Betaalde liefde is veilig.
Paul en zijn vriend Hedwiges zijn zulke hopeloze gevallen, die de bescherming van een heilige nodig hebben. Niet in staat zich los te maken uit de problematische families waarin ze zijn opgegroeid proberen ze beiden er het beste van te maken. Hedwiges als uitbater van een kwijnend kruidenierszaakje en Paul als de trouwe verzorger van zijn vader, die met een wegrottend been kampt. De twee vrienden, beide dik in de veertig, gaan altijd samen op vakantie naar verre, hete oorden.
Foute handel in het grensgebied
Eenzaamheid en wantrouwen zijn de grote thema’s van deze roman – en niet, zoals elders gesuggereerd, de kloof tussen stad en platteland of de treurigheid van een ‘krimpregio’. Die treurigheid is er zeker, en wordt door Wieringa ook breed en humoristisch uitgemeten. Maar het drama van de twee mannen, die eenzaam en hulpeloos in het leven staan, kan zich overal afspelen. De woede van Paul Krüzen, zijn kraai-kant, is schitterend weergegeven met zijn webshop van oorlogsobjecten en foute parafernalia in de zwaar beveiligde schuur.
Dat de auteur het grensgebied in het oosten van het land koos als locatie van zijn verhaal onderstreept het wankele innerlijk van Paul. Waar hoort hij eigenlijk bij?
Tommy Wieringa is zelf opgegroeid in dit grensgebied en zijn beschrijvingen van de natuur, die soms ongemerkt overgaat in niemandsland, zijn weergaloos. Minstens net zo raak zijn de beelden die hij gebruikt om het innerlijk traject van zijn held neer te zetten. Tijdens een bezoek aan Ineke, een vroegere klasgenote, vraagt Paul naar haar man.
‘…Een vlugge lach, even week de gepantserde opgewektheid. ‘Ruud,’ zei ze. ‘Ruud is in 2003 overleden. Veertien jaar geleden alweer.’
‘O,’ zei Paul. ‘Dat spijt me.’
‘Zelfdoding. Ja, ik zeg het maar meteen even, anders blijft het zo hangen.’
Paul keek rond, zijn ziel vloog als een musje tegen het raam.’
De Heilige Rita is een in alle opzichten geslaagde roman. Om direct heel snel uit te lezen en daarna opnieuw te beginnen, langzamer, om te genieten van de meesterlijke schrijfkunst.