Een jaar lang in een andere wereld

.
~
Een beleving, geen uitleg
Jeruzalem is geen journalistiek werk. Anders dan bijvoorbeeld Joe Sacco (Onder Palestijnen), die een beeld probeerde te schetsen van de leefomstandigheden in Palestina en het voortdurende conflict in Israël, is het boek van Delisle het best te omschrijven als een dagboek. Onderverdeeld in twaalf hoofdstukken – augustus tot en met juli – vertelt Jeruzalem over hoe het gezin Delisle aankomt in Jeruzalem en hoe Guy probeert om een ritme te vinden. Hij zoekt voortdurend naar een rustige plek om te schetsen, probeert de bezienswaardigheden te bekijken en berust in zijn rol als huisvader.
Zijn zwerftochten brengen hem op de bekendste plekken van Jeruzalem, zoals de Tempelberg en de Klaagmuur, maar ook in onbekende achterafwijken en stukjes Jeruzalem die normaal gesproken verborgen blijven. Ook overbekende maar weinig geziene onderdelen van de stad komen langs. Met name de Muur. Delisle wordt getroffen door die muur die Israël en de Palestijnse gebieden scheidt. Het is een fysieke representatie van de tweedeling die in Jeruzalem bestaat tussen Joden en Arabieren.
Met wijd open ogen
Delisle, bekend om zijn minimalistische en makkelijk in het oog liggende stijl van tekenen, verkent de stad met een nieuwsgierigheid en open houding die bijna naïef aandoet. Stijl en inhoud sluiten zodoende mooi op elkaar aan, maar af en toe komt het geheel een beetje te simplistisch over. Vooral wanneer Delisle, die veel contacten heeft bij hulporganisaties en diplomaten, verhalen over het dagelijks leven van Palestijnen te horen krijgt.
~
Dagboek van een tekenaar
Jeruzalem is een mooi vormgegeven dagboek. Het laat zien hoe Delisle probeert te wennen aan zijn nieuwe omgeving. De minimalistische tekenstijl en het ingehouden gebruik van kleur geven het geheel een wat monotoon uiterlijk, waardoor het duidelijk wordt dat de inwoners van het gebied de smaakmakers zijn. En zoals ieder dagboek staat Jeruzalem vol met eigenaardigheden, met de opvallende dingen die de chroniqueur tegenkomt.
In Jeruzalem is het heel normaal als er iemand gewapend over straat loopt of jogt met een aanvalsgeweer op zijn rug. Ultraorthodoxe Joden schuwen geweld niet – mannen die de hele week in gebed en gepeins verzonken zijn vallen op zondag een verdwaalde auto aan. En controles zijn aan de orde van de dag. Delisle laat zien hoe bevreemdend de stad daadwerkelijk is en dat de Palestijnen en Joden heel verschillende visies hebben. Maar af en toe lijkt het incompleet, waardoor het toch weer wat van een reisgids heeft. Een dagboek zou persoonlijker zijn.