Sappig, kort en krachtig
.
Op hun zelfgebouwde wordpress-website staat dat Kutgitaar een literair zine is ‘zonder pretenties, onder redactie van Oscar Wyers en Dennis Gaens. Het wordt met de hand gebonden door die jongens en verschijnt onregelmatig. Het kost altijd tussen drie en vier euro.’
Het V-teken
Dat pretentieloze weet de redactie op het eerste gezicht wel over te brengen. Een kwart A4 groot, met een kleurrijke omslag en een zwart-wit gekopieerde inhoud: het doet aan als een schoolkrantje – met als eerste opvallende verschil dat de doorgaans achteloos op het kopieerapparaat geselecteerde nietjes vervangen zijn door een zorgvuldige bindwijze met blauw wollen garen. Op het voorplat zie je een hand die het V-teken maakt: vrede, victory, etc.. Hoewel, de hand zie je op de rug. Wordt de lezer op zijn Brits geschoffeerd?
Het boekje is bescheiden in omvang, een kleinood. Nu ja, niet alle opgenomen kopij is puntgaaf: ergens is een wit tabje over het hoofd gezien, ergens anders een taalfout. Sommige opgenomen teksten hebben een hoog ‘yolo’-gehalte. Wout Waanders ‘Hard Bossa’ bijvoorbeeld, waarin een ik voorkomt die typografische experimentjes uitvoert en door ene Saskia ge’smst wordt of hij seks wil die avond. Andere teksten doen denken aan de zwartomrande alto’s op de schoolpleinen: ‘Mijn zwarte stoflongen hoesten / het geluid van kanker’, schrijft Marc Robbemond in een van de drie opgenomen gedichten. Daar staat tegenover dat hij je wel de waarheid zegt. ‘Dit front bestaat al lang’ schrijft hij in het gedicht ‘Front’, ‘Krijg je mijn brieven? / Nee, ik schrijf ze niet’; zinnen als vuistslagen.
Sappige anekdote
Ondanks de ruwe randjes valt er veel te genieten. Zoals het steengoede korte verhaal van Gerjon Gijsbers over de verstoorde relatie tussen een dochter en haar ouders en de gedichten van de hilarische, binnenkort debuterende cynicus Daniël Vis, winnaar van het NK Poetry Slam 2014. Ook is het een geweldig literair tijdschriftje vanwege het verhaal Waarom in huize Tromp-Hormone het (tot voor kort nog onschuldige) spel Who’s Your Daddy? niet meer wordt gespeeld van Jerry Hormone, met daarin een sappige opgediste anekdote over hemzelf, Elfie Tromp (die zelf overigens het mooie literaire tijdschrift Strak aanvoert) en haar vader.
Van Argibald is nu eens geen tekening maar een in een lijstje gefotografeerd gedicht opgenomen, waar de lulligheid (op een goede manier) van afdruipt; de pentekeningen van Olivier Heiligers (negen rechthoekige veldjes met erin afbeeldingen van onder meer een pilotenbril, een Hawaii-bloesje, een tropenpet en een fles Chivas Regal) met de titel ‘Schrijfmaterialen’ roept probleemloos de associatie op met de reportages en de film naar Hunter Thompsons Fear and Loathing in Las Vegas. Kortom: de Kutgitaar is inderdaad een kleinood. Victory dus, niets schoffering. Lang leven de literatuur, lang leve Kutgitaar!