Afrekening
Ruim een jaar geleden noemde ik De laatkomer ‘een van Verhulsts beste romans’. Het is maar goed dat het tweede verhaal in het tweeluik Kaddisj voor een kut zo middelmatig is, anders was ik genoodzaakt geweest in herhaling te vallen.
Beide verhalen, die de titels ‘Kaddisj voor een kut’ en ‘De aankomst in de bleke morgen’ dragen, gaan over het lot dat veel ex-instellingskinderen beschoren is: wie zonder ouderliefde en met alle mogelijke vormen van geweld opgroeit en noodgedwongen in een instelling geplaatst wordt, is eigenlijk gedoemd te mislukken.
Begrip
Zo gaat ‘Kaddisj voor een kut’ over Gianna die samen met de verteller opgroeide in een instelling en op een dag uit een raam van diezelfde instelling sprong. De verteller herinnert zich de uitvaartsmis van Gianna en het leven dat ze samen leefden in de instelling. ‘Kaddisj voor een kut’ choqueert, ontroert en eist dat de lezer begrip opbrengt voor het lot dat veel van deze kinderen ten deel valt. Een van de meest memorabele scènes is die van de moeder die haar zoontje afzet bij de instelling, omdat ‘ze hem niet meer moet’.
[Opvoedster Katelijn:] “Maar uw zoontje hier zomaar achterlaten, neen, dat gaat niet, dan heeft u de betekenis van deze instelling verkeerd begrepen. Het gaat om kinderen, mevrouw, om mensen, niet om flessen melk die de melkman op de deurstoep zet.”
Mooi betoog, bravo, jullie waren geen flessen melk. Katelijn had het bijna zelf geloofd.
Bovenstaand citaat is ook tekenend voor de stijl van het boek. Verhulst hanteert de je-vorm waardoor je direct meegezogen wordt in de hersenspinsels van de verteller. De stijl is inktzwart en er valt deze keer, in tegenstelling tot zijn andere romans, niets te lachen. Iedere zin doet aan als een afrekening met de liefdeloosheid waarmee Verhulst en zijn lotgenoten opgegroeid zijn.
Twee gekken
‘De aankomst in de bleke morgen’ steekt schril af bij het indrukwekkende verhaal dat ‘Kaddisj voor een kut’ is. In dit tweede verhaal beschrijft Verhulst in de vorm van een toneeltekst hoe twee ex-instellingskinderen hun twee kinderen in een hotelkamer om het leven brengen. Het verhaal is schokkend, maar kan in de verste verte niet tippen aan het eerste verhaal, simpelweg omdat Verhulst niet de tijd neemt om de daad van deze ouders inzichtelijk genoeg te maken voor de lezer. Hierdoor blijft ‘De aankomst in de bleke morgen’ de lezer vooral bij als het verhaal over twee gekken die hun kinderen vermoorden.
Verhulst en uitgeverij hadden er beter aan gedaan om Kaddisj voor een kut als novelle uit te geven. Dan had ik met recht hier kunnen zeggen dat Verhulst zichzelf weer overtroffen had.