Boeken / Fictie

Exhibitionist op een eiland

recensie: Detlev van Heest - Pleun

.

In zijn vorig jaar verschenen debuutroman De verzopen katten en de Hollander beschreef Van Heest in dagboekvorm de dagelijkse belevenissen van Detlev, Annelotte en hun kat Kootje in Tokyo. Pleun gaat verder waar De verzopen katten eindigde en verhaalt in vlot proza over de emigratie van het stel naar het idyllische Nieuw-Zeelandse plaatsje Dunedin.

Tegenpolen
De depressieve hoofdpersoon Detlev, een contactschuwe, mislukte journalist, vult zijn dagen met het verzorgen van de dieren op het land en het schrijven in zijn dagboek. Dat dagboek stuurt hij in briefvorm naar Han (Voskuil), diens vrouw Lousje en een vriendin. Het huwelijk tussen Detlev en Annelotte is bar slecht, maar het neemt geen einde. De twee delen slechts een wederzijdse behoefte elkaar te beledigen én een passie voor blokfluiten.

Als het stel het echtpaar Pleun en Annemieke, ook twee zelfbenoemde outcasts, leert kennen lijkt de zelfverzekerde Pleun de katalysator te zijn die Detlevs angsten doorbreekt. Met hem durft Detlev wel te zeilen of lange wandelingen langs steile rotsen te maken. En door Annemieke komt zelfs het libido van Detlev tijdelijk tot leven. De zijdelingse aanrakingen tussen Detlev en Annemieke roepen een broeierige sfeer op, maar zetten de lezer tegelijkertijd op het verkeerde been.

Blokfluiten
Van Heest beschrijft mooi hoe het viertal steeds vaker samen eet en op het irritante af met elkaar musiceert op de blokfluit. Dat levert grappig bedoelde dialogen op: “‘Ik moet mijn fluit nog opwarmen. Willen jullie eerst thee?’ ‘Nee, ik niet’ antwoordde ik. ‘Dat fluit niet goed met watertanden.'” Maar echt grappig wordt Van Heest nooit.

Bovendien zijn de karakters in het boek onsympathiek. Annelotte schreeuwt met haar gevit op Detlev om aandacht, maar heeft geen empathie voor zijn depressie. Waarom dan toch bij elkaar blijven? En waarom maakt Detlev niet iets van zijn leven? Van Heests zelfverklaarde outcasts blijken lege hulzen, terwijl de dorpelingen waar ze op neerkijken wel sympathiek worden neergezet. Alleen Detlevs liefde voor dieren is echt.

René Girard
Pas als hij zich tot een psychiater wendt, worden zijn schaamtegevoelens geduid. Uit schaamte voor zijn foute grootvader (die bij de SS zat) en zijn louche vader, is bij Detlev al vroeg een vals zelfbeeld ontstaan. In typisch kinderachtig Van Heest-proza, bekent hij het liefst ‘ani-anoniem’ te zijn. Hij publiceert niet, maar keert zich in zijn dagboek wel binnenstebuiten voor drie of vier mensen. Kortom: Detlev is een ‘exhibitionist op een zeer dun bevolkt eiland’.

Nadat Annemieke en Pleun het dagboek hebben gelezen, wordt Detlev tot zondebok van de problemen van de groep gemaakt. De Frans-Amerikaanse filosoof René Girard maakt van de zondebok een centraal punt in zijn theorie. Zolang een groep mensen met dezelfde verlangens, in dit geval het zijn van buitenstaanders, worden verenigd is de vriendschap onwankelbaar. Maar zodra die verlangens worden doorbroken of met anderen worden gedeeld, slaat de vriendschap om in onverzoenlijke haat. Het mag een wonder heten dat zo veel leegte en haat toch zo goed te behappen blijft. Gelukkig voor Detlev hebben katten geen moeite met leegte en zijn het bovendien geen haatdragende wezens.