Verhuftering in Nederland
.
Bas van Stokkom (1953) is socioloog en filosoof en verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam. Van Stokkom schreef eerder verschillende boeken op het snijvlak van filosofie, psychologie en sociologie, waaronder Beledigd in Amsterdam en Mondig tegen elke prijs. In Wat een hufter! gaat hij op zoek naar de oorzaken van maatschappelijke verruwing en toetst hij de heersende gevoelens van onveiligheid aan de werkelijkheid. Het resultaat is een goed leesbaar boek zonder sociologisch vakjargon.
Media en werkelijkheid
Van Stokkom begint elk hoofdstuk met het in kaart brengen van een verschijnsel. Zo behandelt hij de hedendaagse problematieken van verhuftering, narcisme, uitgaansgeweld, strenger straffen en angst voor moslims. Vervolgens citeert hij uit relevante sociologische theorieën en onderzoeken waarna hij deze toespitst op de recente situatie in Nederland. Hij laat zien dat er genoeg harde cijfers zijn die de heersende gevoelens tegenspreken (onder andere van het Sociaal Cultureel Planbureau en onderzoeksbureau Motivaction), maar dat er in de media meer aandacht is voor opzienbarende incidenten dan voor de onderzoeken die zeggen dat het allemaal wel meevalt. Zo daalt de misdaad op veel punten, maar blijft de vraag naar strenger straffen, zowel vanuit het publiek als vanuit de politiek. Van Stokkom wijdt een interessant hoofdstuk aan deze tegenstelling.
Ook beschrijft hij hoe verhuftering niet uitsluitend in de lagere sociale klassen plaatsvindt, maar juist ook in de middenklasse, waar men opgroeit met instant gratificatie en rolvoorbeelden uit de vermaakindustrie. De opvoeding faalt hier als voorbereiding op de maatschappij. Een hoge, maar kwetsbare eigendunk, ondermijning van autoriteit, cynisme en machogedrag zijn enkele van de gevolgen.
Solide relaas
Het boek is een solide relaas over de problemen die Nederlanders anno nu ervaren en de oorzaken en gevolgen ervan. Uiteindelijk noemt Van Stokkom twee deeloplossingen. Een hiervan komt grofweg neer op het toepassen van regels en autoriteit in de voorheen anonieme openbare ruimte. De andere betreft de rolvoorbeelden die worden aangeboden door de elite en de vermaakindustrie. De haalbaarheid daarvan is misschien twijfelachtig, maar ze geeft wel aan in welke richting de oplossing gezocht kan worden. In de conclusie trouwens geen woord over wat er kan worden gedaan aan de opvoeding. Dat is dan zeker een ander vakgebied.