Land voor doorzetters
.
Met de vrijlating van Mandela en de legalisering van het ANC, komt voor Luirink een droom uit. Zijn jarenlange strijd binnen de antiapartheidsbeweging blijkt niet voor niets te zijn geweest. En als dan ook nog de apartheid uit het wetboek wordt verwijderd en Mandela de verkiezingen wint, verwacht Luirink niet anders dan dat Zuid-Afrika een gouden toekomst tegemoet gaat. Enthousiast vertrekt hij naar Zuid-Afrika, in eerste instantie om een kort bezoek te brengen aan het land waarover hij al die jaren heeft geschreven maar dat hij nooit heeft kunnen bezoeken. Tijdens dit eerste bezoek verpandt hij zijn hart aan het land. En niet in de laatste plaats ook aan zijn grote liefde Simon.
Luid protest
Luirink moet concluderen dat de afschaffing van de apartheid en de machtsovername door Mandela niet geruisloos verloopt. Hij beschrijft hoe niet alleen de Afrikaner bevolking zich niet zo maar neerlegt bij de nieuwe gang van zaken, maar hoe ook andere problemen de kop opsteken. Zo neemt de corruptie toe en is ook de politie niet toegerust om de nieuwe situatie het hoofd te bieden. Zij is enkel gewend om het ’terrorisme’ te bestrijden, en niet in staat om het oplopende misdaadcijfer in te perken.
Aids
Hoe groot deze problemen ook zijn, vlak na de val van het minderheidsbewind van De Klerk dient zich een nog grotere vijand aan: aids. Steeds meer mensen, met name onder de zwarte bevolking, bezwijken hieraan. Ook in de vriendenkring van Luirink vindt een kaalslag plaatst. Maar de regering komt nauwelijks met maatregelen om het virus in te perken. In de huidige regering Zuma heeft de aidsbestrijding helemaal geen prioriteit meer.
Luirink verfoeit hartgrondig deze laksheid. Maar de regering is niet de enige die er van Luirink van langs krijgt. Hij heeft ook geen goed woord over voor de naïeve Westerlingen die als barmhartige Samaritanen de held proberen uit te hangen. De over het algemeen goedbedoelde hulp om de ‘arme’ Zuid-Afrikanen uit hun erbarmelijke omstandigheden te verlossen, schiet volgens de auteur vaak zijn doel compleet voorbij.
Geschiedenisboek
Dat Luirink een journalist in hart en nieren is, blijkt niet alleen uit de felle standpunten die hij inneemt. Ook zijn op andere momenten feitelijke en droge schrijfstijl verraadt zijn journalistieke achtergrond. Zoals het een goede journalist betaamt, neemt hij uitgebreid de ruimte om alle achtergronden te verduidelijken. Helaas doet hij dit echter soms zo nauwgezet dat het boek meer doet denken aan een geschiedenisboek dan aan een persoonlijk verslag waarin zijn verhaal op de eerste plaats staat. En dat is jammer, want het zijn juist Luirinks verhalen over de mensen die hij ontmoette en de plekken die hij bezocht tijdens zijn correspondentschap die dit boek bijzonder maken.
Toch is Puur goud geen saai boek. Daarvoor is de geschiedenis van Zuid-Afrika en de huidige toestand van het land simpelweg te interessant. In zijn slotbeschouwing vertelt Luirink dat hij precies weet wat er aan de problemen gedaan moet worden. Toch kan hij voorlopig niet anders dan constateren dat het ‘nieuwe’ Zuid-Afrika een desillusie is.