Boeken / Fictie

Een aangrijpend dadada

recensie: Arjan Visser - Paganinipark

Een jonge zanger van levensliedjes wordt vermoord in een park. Arjan Visser schreef er met Paganinipark een vrolijke en soms nogal bombastische roman over, waarin het oppervlakkigheid troef is.

een vrolijke en soms nogal bombastische roman over, waarin het oppervlakkigheid troef is.

Niccolò ‘Nicky’ Stokvis duwt zijn hoofdje een minuut te laat de wereld in. Was hij op de twaalfde november geboren, is de heilige overtuiging van zijn Italiaanse moeder Angelina, dan was zijn leven voorspoedig verlopen. Maar nu is ongeluk zijn deel en alleen al door de krampachtige wijze waarop Angelina hem tegen beter geloven in wil beschermen, moet die sombere verwachting wel uitkomen.

Dat ondanks de unieke gave waarover Niccolò beschikt. Als hij, nog maar net ter wereld, het op een huilen zet, vallen alle aanwezigen verwonderd stil. Nog nooit huilde een baby zo mooi. Deze stem zal, nog voor hij twintig is, velen verwonderen, tot vreugde stemmen en troosten bij verdriet. Op handig aandringen van een oude muziekleraar, wordt Niccolò zanger. Samen vormen ze het duo ‘De Paganini’s’ en ze bestormen de hitlijsten met liedjes als ‘Afscheid van een droom’ en ‘Kusje voor mama’.

Overdrijving
Dat is merkwaardig. Als de stem werkelijk zo uitzonderlijk is, waarom komt Niccolò dan niet aan de bak in hoger aangeschreven, echt kunstzinnige circuits? Die vraag blijft onbeantwoord, maar negatief moet dat niet beoordeeld worden. Paganinipark is weliswaar een pathetische en sentimentele roman met stereotiepe personages, maar is zo aardig verteld en opgebouwd, dat je tijdens het laveren tussen bombastisch, opgedirkt proza en grappige, wonderlijke scènes nooit te veel naar de negatieve kant overhelt.

Nicky bracht elk lied vol overgave, iedere tekst leek hem uit het hart gegrepen en het ‘dadada doedoedoe’ (…) klonk uit zijn mond zo aangrijpend dat zelfs de geluidsman, die recht tegenover De Paganini’s achter het mengpaneel in de zaal zat, er tranen van in zijn ogen kreeg. Ze werkten met een geluidsband omdat muzikanten te sterk werden afgeleid door Niccolò’s stem; de drummer vergat domweg te drummen, de bassist volgde als behekst de melodielijn van de jonge Paganini en de man op de gitaar was na één nummer al niet meer in staat om zijn aandacht bij zijn eigen optreden te houden.

Dit beoordelen als overdrijving is een eufemisme en Paganinipark staat vol met dergelijk proza, soms weleens wat te vol om de humor ervan in te blijven zien. Tegelijk kun je Arjan Visser nooit verwijten dat hij slecht schrijft, dat is het aardige van een exuberante stijl; de schrijver kan zich er altijd achter verschuilen en waar het precies buitenproportioneel wordt, is niet aan te geven.

Levenslied
In vier delen maakt Visser duidelijk hoe moeder Angelina gelijk krijgt. Het loopt slecht af voor Niccolò, maar met hem ook voor anderen die wisten te profiteren van zijn unieke talent of erdoor in de ban raakten. Elk deel vertelt min of meer afzonderlijk het verhaal van een viertal personen rond Niccolò, wat Visser de mogelijkheid bood een spanningsboog in te bouwen. Als de toedracht rond Niccolò’s dood helemaal opgehelderd is, eindigt Paganinipark geheel in stijl met een pompeus aangezette dramatische scène. 

Romans worden door critici nog weleens aangeprezen door te stellen dat ze uitermate geschikt zijn voor een verfilming. Paganinipark verwacht je eerder terug als musical. De stilistische bravoure van Visser heeft al met al een beeldend, vrolijk werk opgeleverd. Tegelijk stijgt de roman nooit uit boven de oppervlakte; achter alle pathetiek en sentimentaliteit wordt het echte drama niet zichtbaar. Paganinipark is een langgerekt levenslied in romanvorm.