Boeken / Non-fictie

De psychiatrische dierentuin

recensie: Antoine de Kom - Het misdadige brein

.

In tien fictieve gesprekken met bekende misdadigers uit het verleden vraagt De Kom, voorheen werkzaam als forensisch psychiater in het Pieter Baan Centrum, zich af wat hen tot hun daden bracht. Hoe kwamen zij tot ingrijpende beslissingen en hoe probeerden zij deze vervolgens te rechtvaardigen? Dit maakt Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf een spannende vertelling.

Wat beweegt de misdadiger?


De verschillende personen die De Kom bespreekt, onder wie Markies De Sade, Adolf Eichmann en Reynaert de Vos, hebben allemaal iets gemeen(s): allemaal hebben ze hun medemensen mensen verkracht, vermoord of verminkt. Wat veel mensen niet begrijpen is waarom ze deze misdaden pleegden. En wanneer is er dan sprake van een psychiatrische stoornis?

In zijn boek construeert De Kom gesprekken met de tien misdadigers alsof hij hun behandelend psychiater is en gaat hij op zoek naar wat hen tot hun daden bewogen kan hebben. Hij spreekt hen privé in hun cel, of, zoals bij de gevallen Romeinse keizer Tiberius, in de rechtszaal, waar een advocaat hen bijstaat. Dit laatste is interessant: de advocaat trekt de diagnose van de psychiater in twijfel. Dit dwingt De Kom om te de rol van de psychiater te verduidelijken. Het dierenrijk biedt dan uitkomst.

De psychiater als schildpad


In de gesprekken stelt De Kom zich de verdachten regelmatig voor als een dier. De een is een wurgslang, die zich om zijn prooi wikkelt en niet meer loslaat; de ander is een vos, op het oog mooi en vriendelijk, maar ook sluw en meedogenloos wanneer hij de kans krijgt. De psychiater is volgens De Kom een schildpad:

… hard vanbuiten, maar zacht vanbinnen, ik kan veel verdragen, kom langzaam maar gestaag vooruit, en ik blijf vriendelijk, ik ga geen gevecht aan. Als ik word aangevallen trek ik me even terug om weer naar buiten te komen als het veilig is.

De verdachte handelt, de psychiater luistert. Zo probeert hij de gedachten en het handelen van de verdachten te ontrafelen, en blijkt de tragiek die achter veel van hen schuilgaat. De Kom excuseert hen niet, verklaart slechts, en doet dat op intrigerende wijze.

Er is eigenlijk maar één probleem met het boek van De Kom: alle gesprekken zijn verzonnen. Sommige misdadigers hebben echt bestaan, anderen zijn net zo echt als Barbapapa – over wiens misdaden overigens weinig bekend is. En wanneer de misdadiger echt heeft bestaan, kunnen we natuurlijk nooit weten of zij echt op de manier over hun misdaden zouden praten zoals De Kom ze dit in zijn boek laat doen – hij legt hen slechts woorden in de mond. Hierdoor zweeft het boek in een soort niemandsland tussen fictie en non-fictie. Het is een boek over mogelijkheden, niet over feiten. Geen enkele diagnose kan met zekerheid gesteld worden en blijft dus altijd fantasie.

Motieven zijn er altijd


De Kom probeert het handelen van de misdadiger te begrijpen, niet te veroordelen. Hoe vreselijk de misdaad ook was, De Kom wil weten wat de misdadiger tot zijn daad dreef. Soms is het een psychische stoornis, zoals bij de megalomane Nero, maar soms ook niet, zoals bij berekenende Eichmann, die miljoenen Joden liet vergassen en nooit spijt toonde. Maar motieven zijn er altijd en de misdadiger is zelf verantwoordelijk voor zijn daden. Dit maakt Het misdadige brein zo spannend en zo eng: het kwaad heeft vele gezichten en hangt af van de keuzes die we zelf maken.